Artikel

We doen het voor onze kleinkinderen

Duurzaamheid is niet meer weg te denken. Net als overheden en bedrijven, leveren ook individuen inspanningen voor een betere wereld. Daarbij houden we toekomstige generaties in het achterhoofd. De huidige manier van leven mag niet ten koste gaan van de volgende generaties.

De leefbaarheid van de aarde

Steeds meer jongeren maken zich zorgen over de leefbaarheid van de aarde. Ze vragen zich af hoe hun toekomst eruit zal zien. Kurt Devooght spreekt over “generatiegerechtigheid”. Hij is professor Economie, Ethiek en Duurzaamheid aan de KU Leuven (Campus Brussel & Antwerpen) en voorzitter van de SRI Advisory Board van KBC Asset Management.

“Dat wil een antwoord bieden op deze zorgen. Het betekent dat we ons ervan bewust zijn dat wat wij nu doen, bepaalt hoe de toekomst van de volgende generaties eruitziet.”

De huidige generaties zijn geëvolueerd van kennis over klimaatverandering naar bewustwording rond het thema. Waar onderzoek naar klimaatverandering en de menselijke invloed op het broeikaseffect lange tijd voorbehouden bleef voor een selecte groep wetenschappers, is het nu ‘mainstream’ geworden.

Het grote publiek werd zich, mede dankzij de documentaire ‘An Inconvenient Truth’ van Al Gore, bewust van de problemen rond de opwarming van de aarde. Dat groeiende bewustzijn leidde tot klimaatakkoorden en klimaattoppen, zoals de COP26 die recent in Glasgow plaatsvond. “Onze generatie heeft dus geen excuus om niets te doen. De problematieken zijn gekend”, is hij duidelijk.

Onze generatie heeft geen excuus om niets te doen. De problematieken zijn gekend.

Kurt Devooght - voorzitter SRI Advisory Board

2100 is dichterbij dan we denken

Voor klimaatverandering krijgen we vaak 2100 als perspectief, maar dat lijkt veraf. “Het is dichterbij dan je denkt”, weet Johan Van Gompel, senior economist bij KBC Groep en voorzitter van de Studiecommissie voor de Vergrijzing. “Wie nu geboren wordt, zal er waarschijnlijk nog zijn in 2100.

En we mogen hopen dat dat voor heel wat van de tieners ook geldt. In vele debatten of klimaatmarsen hoor je slogans als ‘we are the future’ en dat klopt. Zo wordt meteen heel zichtbaar voor wie we de inspanningen leveren.”

Johan Van Gompel geeft aan dat we het soms moeilijk hebben om ons de toekomst in te beelden. “Daar bestaat een term voor”, zegt hij. “Present bias is een vaak voorkomende denkfout. Omdat we onszelf heel moeilijk in de toekomst kunnen verplaatsen, focussen we te veel op het heden.”

Volgens Van Gompel kunnen we ons met onze huidige kennis een redelijk goed beeld vormen van wat er de komende decennia zit aan te komen. “Van een aantal zaken zijn we nu al zeker”, klinkt het.

“Zo weten we nu al dat de vergrijzing zich scherp zal stellen. De zogenaamde bevolkingspiramide, met een kleine top van oudere leeftijdsgroepen en een brede basis van jonge mensen, verandert in een bevolkingsbijenkorf.

Daarbij heb je een smalle basis van jongeren, een brede kern van 45- tot 65-jarigen en een steeds breder wordende top 65-plussers. Hierdoor krijgen de jongere leeftijdsklassen het alsmaar moeilijker om de toenemende groep ouderen te ondersteunen.”

We leven ook meer in de stad en zullen onze energie op een andere manier beheren en opwekken. In al deze veranderingen ziet Van Gompel opportuniteiten. “We kunnen digitalisering, technologie en AI inzetten om oplossingen te ontwikkelen en alternatieve energiebronnen aanwenden”, aldus Johan Van Gompel.

Hij waarschuwt hierbij voor een vaak voorkomende denkfout waarbij we verwachten dat enkel gekende trends als vergrijzing of klimaatverandering onze toekomst zullen bepalen. “We hebben de neiging om zaken waarin we interesse hebben of waarover we al enige kennis hebben als bepalend te beschouwen voor de toekomst.

En akkoord, het is belangrijk dat we ons voorbereiden op de factoren die we al kennen. Maar er is ook een belangrijke rol weggelegd voor onzekerheden die vandaag nog niet gekend zijn. Denk maar aan technologische vooruitgang of een onverwachte pandemie waarvoor we minder voorbereidingstijd krijgen.”

We hebben de neiging om zaken waarover we al enige kennis hebben als bepalend te beschouwen voor de toekomst. Maar er is ook een belangrijke rol weggelegd voor onzekerheden die vandaag nog niet gekend zijn.

Johan Van Gompel - senior economist bij KBC Groep

Landen maken zich klaar voor de toekomst

De focus op het heden maakt het lastig om ons gedrag nu te veranderen, ook al is duidelijk dat het hard nodig is. “We weten zeker dat we het roer zullen moeten omgooien”, zegt Johan Van Gompel. “Het is beter om daarop al te anticiperen en een economie en industrie te hebben die daarop voorbereid zijn.

Daarnaast moeten we ook mensen opleiden in sectoren waarvan we weten dat ze noodzakelijk zullen zijn. Landen die deze uitdagingen onderzoeken, er al in investeren of hun beleid hierop afstemmen, zullen in de toekomst het verschil maken ten opzichte van landen die dat niet doen.”

De vraag is natuurlijk hoe je een verschil maakt. Johan Van Gompel maakt het tastbaar: “Om landen die vooroplopen te onderscheiden van landen die eerder aanmodderen, kijken wij binnen onze eigen ESG-screeningsmethodologie naar verschillende zaken.

Om de kwaliteit van overheden en instellingen te beoordelen, nemen we bijvoorbeeld de toekomstgerichte visie van een land mee. Een van de aspecten is hoe het land met hernieuwbare energie denkt te gaan werken.

Een tweede belangrijk element is de bijdrage van overheden in onderwijs. Op die manier kan je zien in hoeverre een land haar kenniseconomie ontwikkelt, want kennis zal ook leiden tot oplossingen voor de problematieken waar we voor staan.

Ook de ecologische voetafdruk is een belangrijke indicatie om te oordelen hoeveel beslag een land legt op zijn huidige ecosystemen en hoe het daarin evolueert doorheen de tijd. Ten slotte gaan we op basis van de Climate Change Performance Index de vooruitgang na van landen op vlak van klimaatbescherming.”

Rol voor bedrijven en financiële instellingen

Generatiegerechtigheid is niet alleen een zaak van landen en overheden, maar ook bedrijven dragen bij. “De weg naar een duurzamere wereld is een en-en-verhaal”, vertelt Kurt Devooght. Hij ziet bedrijven met nieuwe verdienmodellen waarbij de focus niet langer ligt op consumptie, maar op het aanbieden van herbruikbare producten. “Of bedrijven die hun activiteiten volledig heroriënteren naar het ontwikkelen van nieuwe oplossingen.”

Ook een financiële instelling kan op dat vlak een rol spelen, zowel op een directe als indirecte manier. Denk maar aan leningen die een bank toekent aan bepaalde energiezuinige renovaties of specifieke ondersteuning die het aan bedrijven biedt om mee de duurzame weg in te slaan. “Ook beleggers kunnen een grote impact hebben via hun beleggingsgeld dat in de economie terechtkomt,” vult Kurt Devooght aan.

Neem nu het voorbeeld van pensioenspaarfondsen, die samen een groot vermogen vertegenwoordigen. Steeds meer vermogensbeheerders weren oliebedrijven uit hun pensioenspaarfondsen. Over alle pensioenfondsen heen heeft dat een enorme impact en duwt het de energietransitie in de goede richting. Omdat deze transitie cruciaal is voor toekomstige generaties, besliste bank-verzekeraar KBC recent om pensioensparen enkel nog onder de vorm van een maatschappelijk verantwoorde beleggingsoplossing aan te bieden.

Heb je nog vragen na dit artikel?

Contacteer je relatiebeheerder

Dit artikel is louter informatief en mag niet als beleggingsadvies beschouwd worden.

Ook interessant voor jou