Vrijstelling roerende voorheffing op dividenden uit aandelen

Voorwaarden

Beleggers die aan bepaalde voorwaarden voldoen, kunnen vanaf inkomstenjaar 2018 de roerende voorheffing die ze op dividenden hebben betaald, terugvorderen van de fiscus. Wat die voorwaarden precies zijn, leest u hieronder.

Voor wie geldt de maatregel?

Dit fiscale voordeel geldt enkel voor natuurlijke personen (rijksinwoners of niet-rijksinwoners) en niet voor rechtspersonen. De vrijstelling geldt per belastingplichtige. Elke partner van een gehuwd echtpaar kan dit belastingvoordeel (de zogenaamde “vrijstellingskorf”) krijgen.

 

Over welke dividenden gaat het precies?

Zowel dividenden van Belgische als buitenlandse aandelen komen in  aanmerking. Met ‘dividenden’ bedoelen we “alle voordelen toegekend door een vennootschap aan aandelen of winstbewijzen hoe ook genaamd, uit welken hoofde en op welke wijze ook verkregen”. Niet alle dividenden komen in aanmerking. De wet heeft de volgende uitdrukkelijk uitgesloten:

  • dividenden uitgekeerd door (tussenkomst van) juridische constructies (het gaat hier om entiteiten onderworpen aan de “Kaaimantaks”);
  • dividenden van instellingen voor collectieve belegging (“fondsen”) of uitgekeerd door tussenkomst van gemeenschappelijke beleggingsfondsen;
  • dividenden uit bijzondere verdelingsverrichtingen (bijvoorbeeld fusieverrichtingen, verdeling van het kapitaal van de vennootschap of de inkoop van eigen aandelen);
  • geherkwalificeerde interesten (dus interesten die een vennootschap toekent aan haar aandeelhouder/bestuurder en die bepaalde grenzen overschrijdt).

De vroegere RV-vrijstelling voor dividenden van erkende coöperatieve vennootschappen of vennootschappen voor sociaal oogmerk werd afgeschaft en geïntegreerd in de nieuwe vrijstellingskorf. Daardoor zijn dividenden van erkende coöperatieve vennootschappen (zoals Cera of BRS) voortaan ook aan de bron onderworpen aan roerende voorheffing.

Bovendien gaat het enkel over dividenden die het afgelopen inkomstenjaar werden toegekend of uitbetaald.

 

Hoeveel roerende voorheffing kan ik recupereren?

Voor het inkomstenjaar 2023 (aanslagjaar 2024) kunt u maximaal 240 euro roerende voorheffing recupereren. Dat komt neer op 800 euro aan dividenden (als ze onderworpen zijn aan het RV-tarief van 30%).

Als u dividenden hebt ontvangen waarop verschillende tarieven roerende voorheffing van toepassing zijn, kunt u zelf kiezen voor welke dividenden u deze vrijstelling vraagt.

 

Hoe moet ik de terugbetaling vragen?

Omdat de vrijstelling niet aan de bron gebeurt, moet u bij de inning van het dividend in principe altijd roerende voorheffing betalen. U kunt de ingehouden roerende voorheffing recupereren door die aan te geven in de aangifte voor uw personenbelasting. De ingehouden roerende voorheffing wordt verrekend met de belastingen die u moet betalen. Als u geen personenbelasting betaalt, wordt het ingehouden bedrag terugbetaald.

Concreet moet u de ingehouden roerende voorheffing vermelden onder code 1437 en 2437 van het aangifteformulier personenbelasting voor de inkomsten van het jaar 2021. Het dividendbedrag dat u ontving, hoeft u niet te vermelden in de aangifte.

Niet-inwoners kunnen de ingehouden roerende voorheffing recupereren via de belastingaangifte voor niet-inwoners.

Bent u niet-inwoner en moet u geen belastingaangifte indienen? Dan kunt u een schriftelijke aanvraag tot terugbetaling indienen bij de 'adviseur-generaal van het Centrum Buitenland'.

  • In die aanvraag zet u de gegevens waarmee de administratie u kan identificeren en contacteren.
  • U moet ook een attest van het statuut van niet-inwoner meesturen.
  • Daarnaast moet u de bewijsstukken toevoegen die aantonen dat u de terugbetaling van roerende voorheffing terecht claimt (zie de bewijsstukken bij de volgende vraag).

U moet uw aanvraag indienen op uiterlijk 31 december van het jaar dat volgt op het kalenderjaar waarin u de dividenden hebt verkregen. Opgelet, uw aanvraag geldt enkel voor de roerende voorheffing die u – na de verdragsrechtelijke verminderingen – effectief verschuldigd bent.

Als de verdragsrechtelijke verminderingen niet of niet volledig werden toegepast, moet u daarvoor een bezwaarschrift indienen.

 

Welke bewijsstukken moet ik hebben?

In het KB van 28 april 2019 staat dat u de documenten ter beschikking moet houden van de administratie waaruit blijkt:

  • welke vennootschap het dividend heeft toegekend;
  • welke bewijsstukken moet ik hebben?wat het bruto bedrag is van de dividenden waarvoor de vrijstelling wordt gevraagd;
  • wat het land van oorsprong is van de dividenden en het bedrag van de buitenlandse belasting (voor dividenden van buitenlandse oorsprong voor rijksinwoners);
  • welk tarief voor roerende voorheffing werd toegepast;
    hoeveel roerende voorheffing is ingehouden;
  • op welke datum het dividend door de vennootschap werd betaald of toegekend (voor dividenden van Belgische oorsprong);
  • dat het dividend effectief werd geïnd en op welke datum.

De documenten hoeft u niet bij de aangifte te voegen, maar moet u wel kunnen voorleggen als u controle krijgt.

 

Wat met dividenden van aandelen van gehuwden?

Hierbij moet u rekening houden met het huwelijksvermogensrecht. Als u als echtgenoten samen wordt belast, moet u de inkomsten van uw kapitalen en roerende goederen als volgt aangeven:

  • inkomsten die volgens het vermogensrecht tot het eigen vermogen van een echtgenoot behoren, moeten volledig op naam van die echtgenoot worden aangegeven;
  • alle andere inkomsten moeten voor de helft op naam van elk van de echtgenoten worden aangegeven.

Voor de ingehouden roerende voorheffing geldt hetzelfde principe.

Op welke rekening het dividend werd gestort (een rekening op naam van beide echtgenoten of een rekening op naam van slechts één echtgenoot), is niet van belang.

 

Wat met dividenden van minderjarigen?

De roerende inkomsten van minderjarige kinderen worden bij de inkomsten van hun ouders gevoegd. Minderjarigen hebben dus zelf geen recht op dit fiscale voordeel. Als minderjarigen dividenden hebben geïnd, moet de roerende voorheffing die daarop werd ingehouden worden teruggevraagd in de aangifte personenbelasting van hun ouders.
 

Wat als ik mijn dividenden rechtstreeks in het buitenland in?

Als u dividenden van buitenlandse aandelen rechtstreeks in het buitenland int, werd de roerende voorheffing nog niet aan de bron ingehouden. U moet deze roerende inkomsten dus opnemen in uw aangifte. Daardoor moet u er personenbelasting op betalen, tegen een tarief dat gelijk is aan de roerende voorheffing.

Ook die dividenden moeten u niet meer aangeven in de jaarlijkse aangifte. Let op: enkel de eerste schijf van 800 euro is vrijgesteld. Int u in het buitenland een hoger bedrag of dividenden die niet in aanmerking komen voor deze nieuwe vrijstellingskorf? Dan moet u ze uiteraard wel aangeven.

 

Hoe zit dat met aandelen in blote eigendom-vruchtgebruik?

Bij een nalatenschap of schenking met voorbehoud van vruchtgebruik behoort de blote eigendom van de aandelen in principe toe aan de kinderen en het vruchtgebruik aan de ouder(s). In principe zal de vruchtgebruiker de dividenden innen en moet dus de roerende voorheffing betalen. In dat geval neemt de vruchtgebruiker de dividenden op in zijn vrijstellingskorf.
 

Wat als ik een dividendbetaling in de vorm van aandelen heb gekregen?

Een dividendbetaling hoeft niet noodzakelijk in cash te gebeuren. Het gaat dan om een dividend “in natura”. Ook voor die dividenden gelden dezelfde voorwaarden; ze komen dus in aanmerking voor de vrijstellingskorf.Wat als ik een dividendbetaling in de vorm van aandelen heb gekregen?

 

Wat als dividenden geïnd worden door een onverdeeldheid?

Bij onverdeeldheden (bijvoorbeeld een burgerlijke maatschap, of een onverdeeldheid die ontstaat door schenking of nalatenschap) is de roerende voorheffing op dividenden in principe aan de bron betaald. De leden van een onverdeeldheid kunnen de ingehouden roerende voorheffing – elk voor hun deel – terugvragen. Meer daarover leest u in de voorwaarden hierboven. De deelgerechtigheid van elk lid staat beschreven in de statuten van de maatschap, een schenkingsakte of een aangifte nalatenschap.

 

Wat vermeldt u waar op uw belastingsaangifte?

Concreet moet u de ingehouden roerende voorheffing vermelden onder code 1437 en 2437 van het aangifteformulier personenbelasting voor de inkomsten van het jaar 2021. Het dividendbedrag dat u ontving, hoeft u niet te vermelden in de aangifte.

 

Hebt u een dividend ontvangen van Cera/BRS?

Dan ontvangt u daarvan een apart attest.

 

Hebt u hierover vragen?

Contacteer uw private banker of wealth manager.

Maak kennis met KBC Private Banking & Wealth
Inschrijven op onze nieuwsbrief

U mag dit nieuwsbericht niet beschouwen als een beleggingsaanbeveling of als advies.