Familiebedrijven: verkoop van de aandelen van een familiale vennootschap

De verkoop van een familiale vennootschap biedt een unieke opportuniteit om de waarde van een vennootschap om te zetten in geld. Dit dankzij het feit dat meerwaarden op aandelen belastingvrij zijn als ze kaderen binnen het normaal beheer van het privévermogen. Ook in een situatie waarin een familiale schenking van aandelen tot de mogelijkheden behoort, kan een verkoop een interessant alternatief zijn.

Verkoop aandelen: fiscale aspecten voor de verkoper

De verkoper is een natuurlijk persoon

Een meerwaarde op aandelen is belastingvrij als ze kadert binnen het normale beheer van het privévermogen. Om te bepalen of een handeling binnen het 'normale beheer' valt, wordt klassiek verwezen naar 'daden die een goede huisvader verricht voor het dagelijkse beheer van zijn vermogen'. Het is de rechter die de ultieme beoordelingsbevoegdheid heeft, op basis van de specifieke feiten en reële omstandigheden.

Als de meerwaarde niet kadert binnen het normale beheer van het privévermogen, is ze belastbaar als divers inkomen aan een tarief van 33%, plus een aanvullende gemeentebelasting.

Welke criteria hanteert de rechter?

Criteria die de rechtspraak hanteert om te oordelen of de realisatie van een meerwaarde tot het normale beheer van een privévermogen behoort, zijn onder meer:

  • Bedrag van de behaalde meerwaarde
  • Korte tijdspanne waarbinnen de aandelen werden gekocht en verkocht
  • Intentie om op korte termijn aanzienlijke winsten te maken (speculatie)
  • Manier van financiering en eventuele borgstelling
  • Inzet van professionele middelen
  • Al dan niet aanwezig zijn van economische motieven
  • Grotere geheel van samenhangende transacties, het complexe feitenkarakter
  • Redenen om tot verkoop over te gaan (familiale redenen, herstructurering)
  • Oprichting van vennootschappen
  • Financiële draagkracht van de kopende vennootschap

In de praktijk ligt het risico op een belastbare transactie onder andere ook in de volgende situaties een stuk hoger:

  • Verkoop aan een vennootschap waarbij u op één of andere manier de controle behoudt
  • Verkoop aan niet-marktconforme waarde
  • Geen terugbetaling van de aandelenprijs mogelijk over een normale looptijd
  • Aanwezigheid van (veel) overtollige liquiditeiten in de vennootschap
  • Verkoop aan kinderen gevolgd door een schenking van de ontvangen middelen
  • Verkoop van een puur passieve holdingvennootschap

Om zeker te zijn over het belastingvrij karakter en het normaal beheer, kunt u een zogenaamde ruling aanvragen bij de Dienst Voorafgaande Beslissingen in fiscale zaken.

Hoe wordt de meerwaarde berekend?

Als de overdracht van aandelen niet kadert binnen het normaal beheer van een privévermogen en dus belastbaar is, wordt de belastbare meerwaarde berekend als het positieve verschil tussen de ontvangen prijs en de prijs waartegen de aandeelhouder deze aandelen onder bezwarende titel heeft verkregen.

Een overdracht ten bezwarende titel betekent onder meer een overdracht tegen de betaling van een prijs. Een schenking valt daar niet onder. Voor wie geschonken aandelen verkoopt, wordt de meerwaarde berekend op basis van de prijs waartegen de schenker ze heeft verkregen.

De verkoper is een vennootschap

Is de verkopende partij een vennootschap, dan zal de meerwaarde (het verschil tussen aankoopwaarde en verkoopprijs) vrijgesteld zijn als aan alle volgende voorwaarden voldaan is:

  1. Taxatievoorwaarde: de verkochte vennootschap is onderhevig aan een normaal belastingregime (bijvoorbeeld de Belgische vennootschapsbelasting)
  2. Participatievoorwaarde: de verkoper houdt een participatie in volle eigendom aan van minstens 10% of met een minimale aanschaffingswaarde van 2,5 miljoen euro
  3. Permanentievoorwaarde: de participatie werd gedurende minstens 1 jaar aangehouden

Is niet voldaan aan deze voorwaarden, dan wordt de meerwaarde belast aan het toepasselijk tarief in de vennootschapsbelasting (in principe 25%).

Structurering van de overname

Realisatie van de overname met een holdingvennootschap

Vaak moeten kopers voor de aankoop van aandelen aanzienlijke kredietengagementen aangaan. Daaruit volgen ook omvangrijke terugbetalingsverplichtingen. De financiële haalbaarheid van een overnametransactie hangt meestal af van het vinden van een optimale financieringsstructuur.

Doet de koper de overname in persoonlijke naam, dan moet hij die terugbetalen met dure nettomiddelen. Daarom wordt de overname van de aandelen doorgaans gerealiseerd met een holdingvennootschap.

Hierbij koopt een eventueel nieuw opgerichte vennootschap de aandelen over van de verkopende partij. Bij de oprichting van de vennootschap worden eigen middelen ingebracht. Die laten toe een noodzakelijke eigen inbreng te doen voor het verkrijgen van een overnamefinanciering.

Vervolgens gaat deze vennootschap een krediet aan bij de bank of bij de verkoper (vendor loan). De kredieten worden terugbetaald via ontvangen dividenden, bestuursvergoedingen, managementfees en tantièmes.

Schematisch ziet dat er zo uit: 

Grafiek verkoop aandelen vennootschap

Fiscale aandachtspunten

De dividenden die de holdingvennootschap ontvangt, worden in principe niet belast. Dit door een vrijstelling van roerende voorheffing voor de uitkerende target enerzijds en dankzij de zogenaamde DBI-aftrek voor de holding anderzijds.

Voorwaarden DBI-aftrek
De ontvangende holding moet aan alle voorwaarden voor de DBI-aftrek voldoen. Deze voorwaarden zijn dezelfde als voor de meerwaarde op aandelen door een verkopende vennootschap (taxatie-, participatie- en permanentievoorwaarde).

Voorwaarden vrijstelling roerende voorheffing
Wat de vrijstelling van roerende voorheffing betreft, zijn de voorwaarden vergelijkbaar. Om aan de participatievoorwaarde te voldoen, moet men een participatie van minstens 10% hebben. Daarnaast moet de uitkerende vennootschap er rekening mee houden dat een dividenduitkering aan een holding die de aandelen nog geen jaar ononderbroken in bezit heeft in principe maar voor 70% mag worden uitbetaald. Het saldo kan na het eerste jaar bezit aan de holding worden uitgekeerd.

Opgelet: voor de dochtervennootschap een dividend mag uitkeren, moet ze (afhankelijk van haar rechtsvorm) de beslissing toetsen aan de vennootschapsrechtelijke nettoactieftest en/of de liquiditeitstest.

Managementfees, bestuursvergoedingen en tantièmes
Managementfees, bestuursvergoedingen en tantièmes zijn in principe aftrekbaar bij de vennootschap die ze betaalt en belastbaar bij de holdingvennootschap die ze ontvangt. Dit in essentie fiscaal neutrale regime is evenwel enkel gewaarborgd als de vergoedingen marktconform zijn (in verhouding tot de effectief geleverde prestaties).

Met deze techniek kan het krediet dat door de holding is aangegaan om de aankoop van de aandelen van de ‘targetvennootschap’ te financieren dus terugbetaald worden met de middelen die enkel onderhevig zijn geweest aan vennootschapsbelasting. Aangezien de tarieven in de personenbelasting (die van toepassing zouden zijn als men als natuurlijke persoon zou kopen) veel hoger liggen, zal er van de betaalde vergoedingen door de targetvennootschap netto veel meer overblijven om de kredietlast te dragen.

Andere fiscale aandachtspunten

  • Excessieve liquiditeiten/activa bij de target kunnen ervoor zorgen dat er alsnog roerende voorheffing verschuldigd is bij het uitkeren van een dividend (via de antimisbruikbepaling). De fiscus zou eventueel ook de kaart van misbruik van DBI-aftrek kunnen trekken voor de ontvangende vennootschap.
  • In geval van een zogenaamde debt-push-down, waarbij de targetvennootschap een krediet aangaat om een dividend uit te keren aan de holding, bestaat het risico dat de interesten op dit krediet niet aftrekbaar zijn. Hoewel dit standpunt van de fiscus voor betwisting vatbaar is, lijkt het aangewezen de economische rationale van de beslissing om een krediet aan te gaan om de dividenduitkering te bekostigen zo goed mogelijk te documenteren.
  • Een verkoop brengt in de regel een controlewijziging met zich mee. Hierdoor kunnen de fiscale verliezen van de target verloren gaan. Dit zal het geval zijn als de controlewijziging niet voldoet aan rechtmatige financiële of economische behoeften. Voor de fiscus lijkt hierbij vooral het behoud van activiteit en personeel belangrijk.

Voor- en nadelen van de interne verkoop

Als u een meerwaarde realiseert die kadert binnen het normale beheer van het privévermogen dan is die belastingvrij. Wereldwijd bekeken is België één van de weinige OESO-landen die een dergelijk voordeelregime kent.

Voordelen van een verkoop vergeleken met een schenking

  • U realiseert (in een ideale wereld) een belastingvrije meerwaarde.
  • Familiaal bekeken wordt de boutade van de rijke vennootschap en de arme aandeelhouder wat omgedraaid.
  • Na 7 tot 10 jaar heeft de overnemer in principe de schulden terugbetaald. Dat zorgt vaak voor een heel mooi rendement op de beperktere eigen inbreng. De momenteel geldende interesttarieven zijn immers vaak substantieel lager dan het gerealiseerde rendement van de onderneming.
  • Aangezien de holding van de kinderen vaak niet in staat zal zijn om het volledige bedrag te lenen bij de bank, zal het noodzakelijk zijn om een zogenaamde vendor loan toe te kennen. Op een dergelijke lening kan een marktconforme interest worden aangerekend, die in principe een aftrekbare beroepskost voor de holding vormt. Uiteraard is hier wel 30% roerende voorheffing verschuldigd op de toegekende interest.
  • De kinderen die niet geïnteresseerd zijn in de overname, worden niet benadeeld zolang een marktconforme prijs wordt betaald.

Nadelen van een verkoop

  • U hebt geen controle meer over de vennootschap. Wilt u toch controle behouden, dan loopt u een heel hoog risico dat de gerealiseerde meerwaarde niet belastingvrij zal zijn.
  • Overlijdt één van de kinderen vroegtijdig, dan gaat de controle in principe naar hun erfgenamen. Bij minderjarige kleinkinderen is dit zeker een extra aandachtspunt. De (huwelijks)partner treedt immers in principe in het belang van de kinderen op. In dergelijke situaties kan het dan ook zeker aangewezen zijn om maatregelen te nemen om de controle opnieuw in handen van de gewenste personen te laten komen.
  • De inkomsten van de vennootschap moeten in eerste instantie voor een groot deel worden gebruikt om de overnamekredieten terug te betalen. In een eerste fase is er dus minder ruimte voor investeringen.
  • Successiematig verschuift u een groot deel van uw vermogen van een successierisico van 3% naar een successierisico van 27%. Althans als de vennootschap kwalificeert als een familiale vennootschap. Een mogelijke oplossing voor dit probleem is een successieverzekering.

Hebt u hierover vragen?

Bespreek ze zeker met uw private banker of wealth manager.

U mag dit nieuwsbericht niet beschouwen als een beleggingsaanbeveling of als advies.