Strijd tegen kanker

Professor Damya Laoui, bio-ingenieur van opleiding en eerder bekroond door onder meer de New Scientist, werkt met haar team aan een vaccin dat voorkomt dat kankerpatiënten na hun behandeling hervallen en dat ervoor zorgt dat eventuele uitzaaiingen bestreden worden. Bij muizen werkt het al en nu zoeken ze financiering om het onderzoek te vertalen naar klinische studies bij mensen.

We gaan naar meer persoonlijke behandelingen van kanker.

Professor Damya Laoui (VUB-VIB)

Professor Damya Laoui (VUB-VIB)

Hoe bent u als bio-ingenieur in het kankeronderzoek terecht gekomen?

Omdat het menselijk lichaam mij altijd heeft geïntrigeerd, koos ik in mijn masteropleiding voor de richting cel- en gentechnologie. Voor mijn masterproef koos ik voor een onderwerp met betrekking tot het kankeronderzoek omdat het maatschappelijk relevant is.

Wat was het onderwerp van uw masterproef?

Macrofagen. Dat zijn witte bloedcellen die ons beschermen tegen infecties en ziektes. Ze zijn in grote mate aanwezig in tumoren. In mijn doctoraat onderzocht ik het mechanisme waarbij de tumor de macrofagen manipuleert zodat ze hem helpen, omdat je door dat te begrijpen de tumor kunt bestrijden.

De bekende behandeling van kanker bestaat uit operatief ingrijpen, chemotherapie en radiotherapie. Is dit een nieuwe manier van het bestrijden van kanker?

Het is een van de vele vormen van immuuntherapie. We willen het immuunsysteem versterken zodat het de tumor beter bestrijdt. De toekomst is aan het combineren van behandelingen.

Hoever staat het onderzoek?

We weten al grotendeels waarom de macrofagen kanker tegenwerken of helpen. In het lab kunnen we de slechte macrofagen al uitschakelen, maar de producten kunnen nog niet in de behandeling van kankerpatiënten worden gebruikt.

Doet u uitsluitend onderzoek naar macrofagen?

Neen, er lopen verschillende onderzoeken. Ik onderzoek vooral dendritische cellen. Die zitten - net als macrofagen - in goede en slechte vorm in tumoren. Als we de kanker operatief wegnemen, kunnen we de goede cellen eruit halen en opnieuw bij de patiënt inspuiten. De cel bestrijdt dan achtergebleven kankercellen zodat ze niet hervallen. Bij muizen werkt het en ik hoop over enkele jaren te starten met klinische studies bij mensen. Dat zou een vooruitgang betekenen omdat 90% van de patiënten overlijdt aan het hervallen of aan uitzaaiingen. Het werkt wel enkel bij vaste tumoren en dus niet bij bloedkankers.

Hoe ziet u de strijd tegen kanker evolueren?

Ik denk dat therapieën persoonlijker zullen worden. De tumor van de patiënt zal zeer precies in kaart gebracht worden en de therapie zal individueel aangepast worden.

Is de farmaceutische industrie geïnteresseerd in persoonlijke therapieën?

De celtherapie die we onderzoeken gaat over het inbrengen van je eigen cellen en dat kun je niet in een potje steken en verkopen. Er is dus maar weinig interesse van farmabedrijven. Ze zal dus wellicht duurder zijn dan de meer algemene behandelingen, maar ze hoeft niet zo duur te zijn en de kostprijs zal dalen naarmate ze meer wordt uitgerold. Ze kan ook een besparing op de gezondheidszorg betekenen.

Als de farmasector niet echt geïnteresseerd is in het onderzoek naar dendritische cellen, van waar komen de middelen dan?

De belangrijkste financiering komt van het Fonds voor Wetenschappelijk onderzoek. We vragen ook beurzen aan bij onder andere Kom op tegen Kanker en de Stichting tegen Kanker. En we zijn onderdeel van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie. Het lab krijgt ook donaties van bijvoorbeeld het VUB-Yamina Krossa Fonds. Krossa is ex-borstkankerpatiënte en ons onderzoek naar het voorkomen van hervallen sprak haar zeer aan. Zo is haar Foundation ontstaan, die geld inzamelt om een klinische studie met mensen te kunnen opstarten.

Hoeveel geld hebt u daarvoor nodig?

Een van mijn postdoctoraatsstudenten heeft dat berekend: ongeveer 1,2 miljoen euro. Dat geld is onvindbaar. De farma-industrie ziet er niet echt een winstmodel in en veel beurzen zijn voor fundamenteel of voor klinisch onderzoek, maar niet voor het leggen van de brug tussen de twee. Onderzoekers worden beloond voor hun papers, voor het aantal doctoraatsstudenten dat ze begeleiden, voor het aantal studenten waaraan ze les geven. Als je veel tijd steekt in het zoeken naar middelen, publiceer je minder, wordt je cv slechter en krijg je uiteindelijk minder funding. Dat is dus geen optie.

Wil dat zeggen dat veel veelbelovend onderzoek blijft liggen?

Absoluut. Veel wordt wel opgepikt, maar er zit sowieso vaak een grote vertraging op omdat er geen middelen zijn om het onderzoek te vertalen naar klinische studies.

Kunt u met enige zekerheid zeggen wanneer uw onderzoek naar dendritische cellen zal resulteren in een behandeling van kankerpatiënten?

Nee. Het kan tien jaar zijn, maar evengoed twintig of dertig jaar.

KBC en de strijd tegen kanker

KBC wil dicht bij de mensen staan en meehelpen aan een wereld zonder kanker. Intussen is KBC al meer dan 30 jaar partner van Kom op tegen Kanker, in Vlaanderen de belangrijkste fundraiser en beweging in de strijd tegen kanker. Kom op tegen Kanker draagt bij aan betere behandelingen en hogere overlevingskansen voor mensen met kanker. Dat doen ze vooral door te investeren in wetenschappelijk onderzoek. Zo geeft Kom op tegen Kanker al decennialang financiële steun aan onderzoeksprojecten, beurzen en externe zorginitiatieven. Ook het onderzoek van Damya Laoui rond dendritische cellen werd mee ondersteund door Kom op tegen Kanker.