Elke vennootschap, ongeacht of ze groot of klein is verplicht een minimumbezoldiging van 45.000,00 EUR uit te keren

Verduidelijkingen minimale bedrijfsleidersbezoldiging van 45.000,00 EUR.

Naar aanleiding van het Zomerakkoord wordt aan elke vennootschap, ongeacht of ze groot of klein is, de verplichting opgelegd een minimumbezoldiging van 45.000,00 EUR uit te keren aan minstens één bedrijfsleider natuurlijke persoon. Zoniet zal er vanaf aanslagjaar 2019 (verbonden aan een belastbaar tijdperk dat ten vroegste start vanaf 01-01-2018) een afzonderlijke aanslag moeten worden betaald.

Op 9 mei publiceerden we een bericht over een reeks amendementen goedgekeurd door de Ministerraad. De minister van Financiën voegde hier recent nog een uitbreiding aan toe (zie laatste paragraaf).

Op deze verplichte bezoldiging zijn twee uitzonderingen voorzien:

  1. Als de belastbare winst lager ligt dan 45.000,00 EUR, dan moet de bezoldiging minimaal gelijk zijn aan het belastbaar resultaat van de vennootschap. Eenvoudig gesteld zal de 45.000,00 EUR bezoldiging pas vereist zijn wanneer de vennootschap een belastbaar resultaat behaalt van tenminste 90.000,00 EUR.

  2. Startende vennootschappen hoeven geen minimumbezoldiging uit te keren. Onder een startende vennootschap wordt verstaan een vennootschap die op 1 januari van het aanslagjaar jonger is dan vier jaar, gerekend vanaf de datum van haar inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen.

    In de mate dat de bezoldiging dus niet minimaal 45.000,00 EUR bedraagt of lager is dan het belastbaar resultaat van de vennootschap, is voor de aanslagjaren 2019 en 2020 een aftrekbare bijzondere vennootschapsbelasting van 5,1% (inclusief aanvullende crisisbijdrage) verschuldigd op het verschil tussen de minimaal vereiste bezoldiging en de toegekende bezoldiging.

    Verbonden vennootschappen (in de zin van art. 11 W. Venn.) waarbij tenminste de helft van de bedrijfsleiders dezelfde personen zijn in ieder van de betrokken vennootschappen, kunnen genieten van een bijzondere regeling. In dat geval volstaat het dat deze vennootschappen gezamenlijk een vast bedrag van 75.000,00 EUR aan één van diezelfde personen uitkeren.
     

Verduidelijkingen

  • Initieel werd aangekondigd dat de bijzondere aanslag in de vennootschapsbelasting 5,1% (inclusief aanvullende crisisbijdrage) zou bedragen voor de aanslagjaren 2019 en 2020, om vervolgens te stijgen naar 10% vanaf aanslagjaar 2021. Deze verhoging zou echter geschrapt worden, waardoor deze 5% (de crisisbijdrage wordt afgeschaft) zou bedragen vanaf aanslagjaar 2021.
     
  • Op basis van een letterlijke lezing van de wettekst waren bepaalde auteurs van mening dat vennootschappen die geen natuurlijke personen als bedrijfsleider hebben, geen afzonderlijke aanslag moesten betalen. Aangezien dit niet de bedoeling was, zou worden verduidelijkt dat de afzonderlijke aanslag altijd van toepassing is als er geen natuurlijke personen bedrijfsleider zijn.

  • Er kon eveneens discussie bestaan over hoeveel de minimumbezoldiging moet bedragen bij een laag resultaat, maar ook hierover zou een verduidelijking worden aangebracht. Er wordt niet langer gesproken van een bezoldiging die minstens gelijk moet zijn aan ‘het resultaat van het belastbaar tijdperk’ maar van ‘het belastbaar inkomen’.

  • De wetgever geeft dus zeer duidelijk aan dat men het resultaat na aftrek van de bedrijfsleidersbezoldiging in aanmerking moet nemen.
     

De uitbreiding

Recent werd door de minister van Financiën aangegeven dat er ook rekening mag worden gehouden met de bezoldiging van een werknemer die tevens in dezelfde vennootschap een onbezoldigd mandaat van bedrijfsleider uitoefent. Dit is trouwens niet enkel van toepassing in het kader van de minimale bezoldigingsvereiste van 45.000 EUR om de afzonderlijke aanslag te vermijden, maar ook in het kader van de minimale bezoldigingsvereiste voor het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting van 20,4%.

Mocht u hierover nog vragen hebben, een KBC-private banker is uw vast aanspreekpunt, die zo nodig een KBC-expert Financiële Planning voor Ondernemingen kan inschakelen.

 

Erik Van Asbroeck, adviseur Financiële PLanning Ondernemingen

Disclaimer
Dit blogbericht mag niet worden beschouwd als en beleggingsaanbeveling of advies.