Ingrijpende btw-wijziging voor medische en paramedische zorgverleners vanaf 2022
De wijziging komt er nadat het Grondwettelijk Hof de bestaande btw-vrijstelling voor medische prestaties op een aantal punten vernietigd had. De nieuwe regeling, die vanaf 1 januari 2022 ingaat, komt hieraan tegemoet en is zowel een inperking als een uitbreiding ten opzichte van de huidige regels.
Inperking: alleen voor een therapeutisch doel
Vanaf 2022 kunnen enkel nog de medische prestaties met een therapeutisch doel van de btw vrijgesteld worden. Dit zijn de handelingen gericht op de diagnose, de behandeling en voor zoveel mogelijk de genezing of de preventie van ziekten of gezondheidsproblemen.
Onder de huidige regeling zijn alleen de esthetische ingrepen, die dan nog eens verricht worden door artsen, uitgesloten van de btw-vrijstelling. De nieuwe regeling gaat dus verder: niet alleen esthetische ingrepen, maar alle ingrepen zonder therapeutisch doel, worden voortaan geviseerd en dit ongeacht door welke zorgverlener ze worden verricht.
Wat zal er dan zoal bijkomend aan de btw onderworpen zijn?
Denk aan het bleken van tanden door een tandarts, het opstellen van een medisch deskundig rapport door een arts, sportbegeleiding door een kinesist, enz. De btw-administratie zal nog een aanschrijving publiceren waarin het begrip therapeutisch doel, onder meer aan de hand van voorbeelden, verder wordt toegelicht.
Op de niet-therapeutische prestaties zal 21% btw verschuldigd zijn. Een bijkomend gevolg is dat het btw-statuut van de betrokken zorgverlener wijzigt. Hij of zij wordt in de regel een zgn. gemengde btw-plichtige, moet een btw-nummer aanvragen en voortaan een aantal administratieve btw-formaliteiten voldoen.
Blijft de jaaromzet uit de niet-therapeutische prestaties echter beperkt tot 25.000,00 euro, dan kan de betrokken zorgverlener zich beroepen op de zgn. vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen. In dat geval blijven de niet-therapeutische prestaties vrij van btw en blijven ook de administratieve btw-formaliteiten in hoofde van de zorgverlener beperkt.
Uitbreiding: ook voor niet-erkende paramedische beroepsgroepen
Daarnaast zullen onder de nieuwe regels meer beroepsgroepen aanspraak kunnen maken op de btw-vrijstelling.
In de huidige btw-vrijstelling worden artsen, tandartsen, kinesitherapeuten, vroedvrouwen, verpleegkundigen en zorgkundigen bij naam genoemd. Bijkomend kunnen paramedische beroepen aanspraak maken op de btw-vrijstelling, voor zover twee voorwaarden voldaan zijn:
- de zorgverlener moet erkend en gereglementeerd zijn,
- en de handeling moet zijn opgenomen in de nomenclatuur van het RIZIV.
Onder meer de chiropractors en osteopaten vallen hierdoor uit de boot. Het zal dan ook niet verbazen dat onder meer hun beroepsverenigingen de zaak voor het Grondwettelijk Hof aanhangig hebben gemaakt. In de nieuwe btw-vrijstelling wordt de voorwaarde rond erkenning en reglementering voor de paramedische beroepsgroepen losgelaten. Voor hen staat de btw-vrijstelling voortaan open van zodra ze over de nodige kwalificaties beschikken om op een kwalitatieve manier hun medische zorgen te verlenen. Concreet betekent dit dat ze houder moeten zijn van een certificaat dat is afgeleverd door een erkende (onderwijs)instelling.
De nieuwe regelgeving voorziet ook dat diegene die de btw-vrijstelling op deze basis wil inroepen, voorafgaandelijk een melding moet doen bij de btw-administratie. De praktische formaliteiten zullen door de btw-administratie nog toegelicht worden. Dit betekent dat meer beroepsgroepen dan voorheen aanspraak zullen kunnen maken op de btw-vrijstelling. Het gaat niet alleen om chiropractors en osteopaten maar bv. ook om homeopaten en acupuncturisten.