Interview Marleen Finoulst: ‘We moeten blijven ingaan tegen fake news’

‘In België maken de antivaxers 1 tot2 procent van de bevolking uit. Die zeer beperkte groep is totaal niet vatbaar voor wetenschappelijke argumenten en bewijzen, die krijg je niet uit hun bubbel. 20 tot 30 procent van de mensen twijfelt of heeft vragen bij sommige vaccins. Die mensen moeten we overtuigen, net zij zijn op zoek naar informatie.’ Dat zegt Marleen Finoulst, arts en journalist. Zij is de drijvende kracht achter Gezondheid en Wetenschap, de website die kritische en wetenschappelijk onderbouwde gezondheidsinformatie toegankelijk maakt voor burgers en patiënten.

‘Opboksen tegen de commercialisering en het uitbuiten van angsten is de rode draad in mijn loopbaan.’

Marleen Finoulst studeerde in 1987 af als arts aan de KU Leuven. Ze werkte enkele jaren als huisarts, onder meer in een broussehospitaal in het toenmalige Zaïre, en maakte dan de overstap naar de media. Ze schreef eerst voor de Artsenkrant, daarna voor Knack, Trends en Goed Gevoel. Voor Roularta startte ze in 2006 Bodytalk op, een reclamevrij en kritisch maandelijks gezondheidsmagazine in 2 talen. Ze was er vele jaren hoofdredacteur. Ze schreef 14 boeken. ‘Vrouwen, humeuren en hormonen’ werd een bestseller. Ze is nog steeds redacteur van het Tijdschrift voor Geneeskunde, freelancet voor Knack en is momenteel bezig met het oprichten van een kenniscentrum over borstkanker voor de vzw Pink Ribbon. Veel aandacht gaat ook naar Gezondheid en Wetenschap, een website met kritische gezondheidsinformatie voor burgers en patiënten, die ze in 2013 oprichtte en die gefinancierd wordt door de Vlaamse overheid.

‘De site is een project van het Centrum voor Evidence- Based Medicine. Dat is een organisatie waaraan de faculteiten geneeskunde van alle Belgische universiteiten participeren. De website Gezondheid en Wetenschap bestaat uit 2 grote onderdelen. Het eerste luik zijn patiëntenrichtlijnen, in het tweede factchecken we gezondheidsinformatie die in de media verschijnt.’

Wat zijn patiëntenrichtlijnen?

‘Een richtlijn is een leidraad voor artsen en andere zorgverstrekkers. Zij kunnen onmogelijk van alles op de hoogte blijven, er wordt gigantisch veel gepubliceerd. Hebben ze een patiënt voor zich met een klacht of een bepaalde aandoening, dan kunnen ze een databank raadplegen zodat ze de best mogelijke zorg kunnen aanbieden, gebaseerd op de meest recente wetenschappelijke bevindingen wereldwijd. Op onze website herschrijven we al die richtlijnen in mensentaal. Zo kunnen patiënten inzicht krijgen in de richtlijnen waarop een zorgverstrekker zich baseert en ze kunnen nagaan wat ze zelf kunnen doen en wat de arts kan doen. De arts kan de patiëntenversie ook printen en meegeven. We populariseren dus eigenlijk de richtlijnen voor artsen, maar waken er uiteraard over dat de informatie voortdurend up-to-date blijft. Daarvoor hebben we een uitgebreide methodologie op poten gezet: een eerste arts hertaalt een richtlijn naar een ruim publiek, een tweede gaat na of alles correct en volledig is, daarna neemt een taalkundige de tekst onder handen en vervolgens laat een patiëntenpanel er nog eens het licht over schijnen. Heel veel mensen vinden de weg naar onze website. We hebben gemiddeld 50.000 tot 60.000 bezoekers per dag, mensen die op zoek zijn naar goede, op wetenschap gebaseerde informatie over een aandoening of klacht.’

De tweede pijler op de website is het factchecken. Hoe gaat dat in zijn werk?

‘We factchecken 4 keer per week berichten die in de media verschijnen over gezondheid. We zoeken uit wat er van aan is, waar het nieuws vandaan komt. We krijgen ook veel meldingen van burgers over iets dat ze gezien of gelezen hebben, of over berichten die de ronde doen op sociale media. Daarmee gaan we dan aan de slag. Op Play 4 loopt bijvoorbeeld het programma ‘Da’s dikke liefde’. Een arts geeft de deelnemers – mensen met obesitas – gepersonaliseerd voedingsadvies op basis van hun DNA. Er is helemaal geen wetenschappelijke grond voor die aanpak: je kunt op basis van een DNA-analyse niet zeggen wat iemand moet eten of niet om af te vallen. Maar zo’n analyse kost wel meer dan 300 euro. Daar willen we dus voor waarschuwen. Vrij recent is een Belgische vrouw van 35 jaar gestorven na een ontgiftingskuur in Nederland. Er zijn 2 mensen aangehouden, die zaak loopt nog. Ontgiften is zinloos, organen doen dat werk voor je, je moet niets extra doen, je moet geen dure producten kopen. En het kan gevaarlijk zijn. Dat brengen wij op onze site.’n. 

Tijdens de coronapandemie was fake news overal. Hoe bent u daarmee omgegaan?

‘We hebben een extra budget gekregen om bij te houden wat er verscheen over de vaccins. Ik heb heel veel lezingen en webinars gegeven over de begrijpelijke angsten en twijfels van mensen. Ik heb middengroepen, migranten, straathoekwerkers maar ook huisartsen uitgelegd hoe de vaccins gemaakt worden, wat erin zit, wat de risico’s zijn, hoe het testen is verlopen. Ik maak deel uit van de internationale werkgroep Vaccine Safety Network van de Wereldgezondheidsorganisatie. Op de vergaderingen bekijken we welke misinformatie wereldwijd circuleert en waar we iets moesten mee doen. In berichten als “het vaccin verandert u in een aap” staken we niet veel energie maar wel in beweringen als “vaccinatie tast de vruchtbaarheid aan”. Het volstaat niet te zeggen dat dit onzin is. Je moet heel goed en duidelijk uitleggen waarom een vaccin niet kan ingrijpen op ei- of zaadcellen, je moet verhelderen waar het bericht vandaan komt.’

Hoe goed of hoe slecht is het niveau van de berichtgeving over gezondheid en geneeskunde in Vlaanderen?

‘Sommige kranten doen het goed tot heel goed. Bij de meer populaire titels is de kwaliteit beduidend minder, daar staat veel meer onzin in. Hoe dan ook geef ik mensen altijd de raad om een artikel volledig te lezen. De kop en de inleiding zijn clickbait, ze moeten de aandacht trekken en gaan nogal eens kort door de bocht.’

Hoe zit het met de ‘blaadjes’?

‘Die magazines halen natuurlijk hun middelen uit advertenties voor schoonheidsproducten en voedingssupplementen. De invloed van de cosmetische industrie en de producenten van supplementen is gigantisch, daar gaan miljarden euro in om. Daar kunnen wij niet tegenop. Het is zeer moeilijk om een kritische stem te laten horen in die publicaties. Ik heb ooit aan een krant en een magazine voorgesteld om gratis informatie te verstrekken in een klein rubriekje in een hoekje. Ze zijn er niet op ingegaan. In Het Belang van Limburg doe ik dat trouwens wel elke week. Als ik titels lees als “Van chocolade word je slimmer” of “Gin maakt slank”, dan kan ik alleen maar denken: daar gaan we weer. Als je die tegenspreekt, ben je een pretbederver.’

Ook op sociale media circuleert steeds meer nieuws en fake nieuws. Hoe kunt u dat enigszins bijhouden?

‘We zijn met Gezondheid en Wetenschap aanwezig op Facebook, Twitter en Instagram, maar we moeten het toch vooral hebben van mensen die spontaan iets melden waarmee we aan de slag kunnen.’

Hoe doen de televisiezenders het?

‘Op de commerciële zenders komen in nieuwsprogramma’s wel eens items aan bod die met sponsoring te maken hebben, daar word ik kwaad van. Maar ook op de VRT worden in praatprogramma’s wel eens dingen gezegd die kant noch wal raken. Ik herinner me een osteopaat die kwam vertellen dat mensen met migraine gemiddeld 7 jaar minder lang leven. Daar is niets van aan. Dan schrijf ik naar de ombudsdienst. Het VRT-argument is dat het in entertainmentprogramma’s niet zo belangrijk is wie wat vertelt, maar dat de nieuwsprogramma’s correct moeten zijn. Ik denk niet dat de kijker dat strikte onderscheid maakt en dus laat ik van me horen. Intern bij de VRT wordt er dan wel eens een mail gestuurd naar programmamakers om bij twijfel contact op te nemen met Gezondheid en Wetenschap. Koen Wauters, de VRT-wetenschapsjournalist belt dan wel eens.’

Wordt uw opdracht niet moeilijker en moeilijker?

‘Hij wordt er zeker niet makkelijker op, maar er is nu wel veel meer bereidheid om iets te doen aan fake news. Ook door de oorlog in Oekraïne beseffen we steeds meer hoe groot de impact van fake news wel is. Er worden door Europa veel meer middelen vrijgemaakt om te factchecken.’

Steekt u nog energie in het proberen te overtuigen van non-believers?

‘Neen, dat heeft geen zin. Een groep mensen is totaal niet vatbaar voor wetenschappelijke argumenten en bewijzen. In België maken de antivaxers 1 tot 2 procent van de bevolking uit, dat is een zeer beperkte groep. Die zitten in een bubbel, die krijg je er niet uit. 20 tot 30 procent twijfelt of heeft vragen bij sommige vaccins. Die mensen moeten we overtuigen, net zij zijn op zoek naar informatie.’

U bent nu bezig met het oprichten van een online kenniscentrum over borstkanker, op vraag van Pink Ribbon. Hoe past dat in uw werk?

‘Er wordt ook over borstkanker heel veel onzin verteld en er bestaat een hele commerce rond. Een voorbeeld is het fabeltje dat kurkumasupplementen de weerstand van borstkankerpatiënten verbeteren. Maar uit onderzoek aan de universiteit van Rotterdam blijkt dat kurkuma de werking vermindert van de hormoontherapie die ervoor moet zorgen dat de patiënt na de operatie niet hervalt. Dat is dus helemaal niet onschuldig. Een kenniscentrum is nodig om duidelijkheid te brengen en om patiënten erop te wijzen dat ze minstens aan hun arts moeten vertellen welke supplementen ze nemen. Opboksen tegen de commercialisering en tegen het uitbuiten van angsten, dat is toch een beetje de rode draad in mijn loopbaan.’

Maak kennis met KBC Private Banking & Wealth
Inschrijven op onze nieuwsbrief

U mag dit nieuwsbericht niet beschouwen als een beleggingsaanbeveling of als advies.