c warning
Er liep iets mis. De pagina is tijdelijk onbeschikbaar.

Voorstel voor nieuwe Antimisbruikbepalingen bij de Jaarlijkse Taks op Effectenrekeningen

De jaarlijkse taks op de effectenrekeningen (JTER) is een belasting van 0,15% op effectenrekeningen met een gemiddelde waarde van meer dan 1 miljoen euro, ingevoerd in 2021. Oorspronkelijk had de wetgever hierbij een aantal specifieke antimisbruikbepalingen voorzien, waarbij bepaalde splitsingen of nominatiefstellingen niet tegenstelbaar waren t.a.v. de fiscus. Dat betekende concreet dat de JTER berekend werd alsof die splitsing of nominatiefstelling niet had plaatsgevonden.

Een nominatiefstelling van effecten heeft tot gevolg dat deze effecten niet langer aangehouden worden op een effectenrekening, maar rechtstreeks in het nominatief register van de emittent worden ingeschreven op naam van de eigenaar.

Het Grondwettelijk Hof heeft die specifieke antimisbruikbepalingen evenwel vernietigd op 27 oktober 2022, waardoor er bij de berekening van de taks geen rekening meer gehouden kon worden met deze antimisbruikbepalingen. N.a.v. een verslag van het Rekenhof heeft de nieuwe Arizona-regering voorgesteld om opnieuw een aantal misbruikbepalingen in te voeren.

In concreto zou het gaan om, enerzijds, nominatiefstellingen van effecten ingeschreven op een effectenrekening die meer bedraagt dan 1 miljoen euro en anderzijds de transfert van een deel van de effecten van een effectenrekening die meer dan 1 miljoen euro bedraagt naar (een) andere effectenrekening(en) van dezelfde titularis of mede-titularis.

Daarbij zal de wetgever uitgaan van het vermoeden dat deze handelingen gesteld werden met als enig of hoofdzakelijk motief het vermijden van de taks. In tegenstelling tot bij de oorspronkelijke specifieke antimisbruikbepalingen is dit vermoeden weerlegbaar door de titularis van de rekening. Als die m.a.w. kan aantonen dat de nominatiestelling of transfert gebeurde om redenen die kunnen worden verantwoord door andere valabele motieven dan het vermijden van de taks, dan zal er bij de berekening van de JTER geen rekening worden gehouden met de nominatief gestelde effecten of de overgeschreven effecten om de taks op de oorspronkelijke effectenrekening te berekenen. Als de titularis niet slaagt in dit tegenbewijs dan zal de taks berekend worden alsof die handelingen niet hadden plaatsgevonden en is er eventueel een bijkomende aangifte en betaling van toepassing.

Opdat de fiscus dit allemaal zou kunnen controleren, zal de wetgever voorzien in een kennisgevingsverplichting aan de fiscale administratie van de bank waar de rekening wordt aangehouden. Op die manier krijgt de fiscus kennis van de gestelde handelingen en kan zij meer toelichting vragen aan de titularis van de rekening. Voor rekeningen aangehouden in het buitenland, moet de titularis zelf deze kennisgeving doen.

Een voorbeeld om dit te verduidelijken

Jan houdt een effectenrekening A aan waarop verschillende effecten zijn ingeschreven. De waarde op 2 mei 2026 bedraagt 1,6 miljoen euro. Op 3 mei 2026 besluit hij 800.000 euro aan effecten over te schrijven naar een nieuwe effectenrekening B, die hij opende bij zijn bankier. De gemiddelde waarde van effectenrekening A bedraagt op 30 september 2026 950.000 euro. Vermits de waarde de drempel van 1 miljoen euro niet bereikt, zal zijn bankier geen JTER inhouden op effectenrekening A. De gemiddelde waarde van effectenrekening B bedraagt op 30 september 2026 800.000 euro. Ook deze effectenrekening is niet onderworpen aan de JTER. Zijn bankier zal evenwel aan de fiscus een kennisgeving gedaan hebben van deze transfert.

Als Jan niet kan aantonen dat deze transfert werd ingegeven door andere motieven dan het vermijden van de JTER, dan zal hij een bijkomende aangifte moeten indienen en de JTER verschuldigd zijn alsof deze transfert niet had plaatsgevonden. Stel dat de gemiddelde waarde van effectenrekening A op 30 september 2026 1,6 miljoen euro bedraagt als de transfert niet had plaatsgevonden, dan moet Jan 2.400 euro taks betalen.


Een schenking aan de kinderen
waarbij een deel van de effecten worden
overgeschreven op een andere rekening waar, naast de schenker ook de kinderen titularis zijn, bv. bij de creatie van een maatschap waardoor de schenker de controle kan behouden over de geschonken effecten,  zal daarentegen wel als een valabel motief aanzien worden.
 

Bedoeling is dat deze nieuwe bepalingen ingaan op 1 juli 2025, althans als het Parlement deze bepalingen stemt waarna de wet in het Staatsblad gepubliceerd wordt.

Hebt u hierover vragen?
Uw private banker of wealth manager helpt u graag verder. 

Maak kennis met KBC Private Banking & Wealth
Inschrijven op onze nieuwsbrief

Dit nieuwsbericht mag niet worden beschouwd als een beleggingsaanbeveling of advies.