Klimt de veilingmarkt uit het dal?
Na twee opeenvolgende jaren van krimp lijkt de internationale kunstmarkt eindelijk een kentering te maken. De New Yorkse avondveilingen van november 2025, georganiseerd door Christie’s, Sotheby’s en Phillips, brachten samen 1,57 miljard dollar op. Een stijging van 73,3% ten opzichte van november 2024, en opnieuw vergelijkbaar met het niveau van november 2023, zo blijkt uit het Auction Analysis Report van ArtTactic.
Verzamelaars halen opgelucht adem want deze veilingweek was het eerste moment sinds 2022 waarin de markt niet alleen stabiliseert, maar ook daadwerkelijk groeit. De cijfers tonen dat niet eenmalige uitschieters maar een bredere verschuiving aan de basis ligt.
Een cruciaal signaal van dat herstel zit in de verhouding tussen de schattingen en gerealiseerde prijzen. In november 2025 verkochten 44% van alle loten boven de mid price, tegenover slechts 35% in november 2024. Deze stijging duidt op een actiever biedgedrag, een houding die de voorbije 2 jaar nagenoeg verdwenen was.
Laten we even dieper inzoomen op enkele opmerkelijke verschillen. Christie’s zag zijn novemberveilingen met 33,6% stijgen, terwijl Phillips een gematigd herstel van 12,7% realiseerde. Grote winnaar is Sotheby’s, die de totale verkoopwaarde met 135% zag toenemen tegenover het voorgaande jaar.
Single-owner sales en garanties als drijvende kracht
De verklaring voor Sotheby’s spectaculaire sprong schuilt in een type verkoop dat in onzekere tijden systematisch beter presteert: de single-owner sale, een veiling die integraal gewijd is aan één prestigieuze collectie. De grote single-owner sales bij Sotheby’s - de Leonard A. Lauder Sale en de Cindy & Jay Pritzker Collection - waren goed voor het grootste deel van de verkoopstijging.
Deze veilingen trekken een stabieler, institutioneel publiek aan en bevatten doorgaans werken die decennia niet op de markt waren. Christie’s kon met de naamcollectie van Robert F. en Patricia G. Ross Weis eveneens een mooie som van 184 miljoen dollar ophalen. De Rothko No. 31 zorgde alleen al voor 53 miljoen dollar.
Bovendien hebben deze werken meestal een garantie (zekerheid van een bepaalde minimumprijs). Tijdens de Marquee-veilingen van november hadden niet minder dan 174 loten (goed voor bijna 62% van het totale aanbod) een garantie. In waarde vertegenwoordigden ze bovendien bijna 80% van de totale verkoopsprijs.
Klimt en Kahlo als symbolen van een veranderende top
Het grootste bewijs van het herwonnen vertrouwen was zonder twijfel Gustav Klimts 'Bildnis Elisabeth Lederer', geveild bij Sotheby’s voor 205 miljoen dollar, de topprijs van het seizoen en het tweede duurst geveilde kunstwerk ooit. Niettemin blijft de afstand tot de 400 miljoen dollar die de Salvator Mundi van Da Vinci opbracht nog groot.
Klimts verkoop kadert in een bredere trend: de dominantie van het trofeesegment. Volgens ArtTactic waren de werken boven 10 miljoen dollar goed voor 63,6% van de totale verkoopwaarde. Dat topwerken hun eigen economische wetten hanteren, lezen we ook in het Art & Finance Report: trofeekunst opereert als een aparte asset-klasse binnen het verzamel- en vermogensbeheer, gekenmerkt door lage volatiliteit, hoge schaarste en een sterke institutionele vraag.
Maar de meest betekenisvolle symbolische gebeurtenis van het seizoen was wellicht de verkoop van Frida Kahlo’s 'El sueño' (La cama) voor 47 miljoen dollar, een nieuw wereldrecord voor een vrouwelijke kunstenaar. Dit werk zat in de collectie van Nesuhi Ertegun, pionier in de jazz- en muziekindustrie en medeoprichter van Atlantic Records. Samen met zijn echtgenote Salma bouwde hij een collectie uit met vooral surrealisten.
Daarmee lijkt een structurele herwaardering in het topsegment van vrouwelijke kunstenaars in gang gezet. Volgens hetzelfde rapport vertegenwoordigen vrouwen nog steeds maar 10,9% van de totale verkoopwaarde, een lichte stijging tegenover 2024. Binnen die 10,9% bevinden zich weliswaar steeds meer recordprijzen voor historische zwaargewichten: Agnes Martin, Joan Mitchell, Georgia O’Keeffe en Cecily Brown verschijnen allemaal in de topverkooplijsten van 2025.
Een herstel met beperkingen en een blik op de toekomst
Het contrast met het jongere segment kan nauwelijks groter zijn. Werken van kunstenaars jonger dan 45 jaar leverden dit seizoen een matige 6,1 miljoen dollar op, een daling van 25,6% tegenover 2024, met amper 7 verkochte werken tijdens de avondveilingen. Kopers blijven dus risicobewust: het midden- en instapsegment blijft zwak, terwijl de markt vooral inzet op bewezen kwaliteit en historisch gevalideerde namen. Anderzijds stellen we ook wel vast dat 5 van deze 7 werken afgehamerd werden boven de ingestelde verkoopsprijs.
De resultaten doen vermoeden dat de veilingmarkt stilaan uit het dal kruipt. Of de hamer definitief zijn vertrouwen teruggevonden heeft, zal moeten blijken tijdens de voorjaarsveilingen van 2026. Uiteraard houden we u ook in het nieuwe jaar op de hoogte.
