302661749
302661749
Er liep iets mis. De pagina is tijdelijk onbeschikbaar.

Economische vooruitzichten augustus 2025

https://www.youtube.com/watch?v=WgZEyLM7WTs

Blikvangers

  • Zoals verwacht escaleerde de Amerikaanse handelsoorlog opnieuw op 1 augustus met de verhoging van de tarieven op een groot aantal handelspartners door Donald Trump. Veel landen zagen hun tarieven aanzienlijk stijgen ten opzichte van het tijdelijke wederkerige tarief van 10%. Zo wordt er nu een tarief van 35% aangerekend op de invoer van goederen uit Canada die niet voldoen aan de USMCA, en dit als reactie op de Canadese erkenning van Palestina. Brazilië kreeg een tarief van 50% opgelegd omwille van de vervolging van voormalig president Bolsonaro. De tarieven van andere Zuid-Amerikaanse landen werden onder de 20% gehouden. In Afrika vallen vooral de hoge tarieven van 30% voor Zuid-Afrika, Libië en Algerije op. Ook in Zuid-Azië zagen veel landen, zoals India (25%), Pakistan (19%), Bangladesh (20%), Indonesië (19%) en Thailand (19%), grote tariefstijgingen. Enkele belangrijke handelspartners van de VS hebben via onderhandelingen lagere tarieven bedongen dan eerder aangekondigd. Japan en de EU verkregen een algemeen tarief van 15% (inclusief een verlaagd tarief op auto's) in ruil voor hogere investeringen in de VS en een versoepeling van de invoerbeperkingen op Amerikaanse goederen. De EU schafte ook alle tarieven op industriële goederen af. In totaal wordt het effectieve tarief in de VS nu geschat op 18,3%, een niveau dat sinds de Grote Depressie van de vorige eeuw niet meer is voorgekomen. Hoewel de onzekerheid op korte termijn afgenomen is door het aflopen van de meeste tariefpauzes, blijft voorzichtigheid geboden. Veel handelsovereenkomsten zijn immers nog lang niet rond. Op middellange termijn kunnen de handelsspanningen opnieuw oplopen als er onenigheid zou ontstaan over de precieze voorwaarden van de "handelsovereenkomsten" (bijvoorbeeld over de toegezegde EU-investeringen of -energieaankopen).
  • De olieprijzen stegen vorige maand met 3,9%, tot 71,7 USD per vat. Deze stijging was grotendeels het gevolg van de toegenomen druk van de VS op Rusland en diens handelspartners. De VS dreigden met secundaire sancties en boetes voor landen die Russische olie blijven kopen (Rusland exporteert ongeveer 7 miljoen vaten per dag). Als reactie daarop hebben verschillende Indiase staatsraffinaderijen hun Russische olieaankopen stopgezet. China, de grootste afnemer van Russische olie, heeft evenwel aangegeven dat het olie zal blijven kopen van Rusland. Ondanks de recente stijgen blijven de olieprijzen laag naar historische maatstaven, onder meer omdat OPEC+ het aanbod de afgelopen maanden heeft opgevoerd. De recent aangekondigde aanbodstijging van 547.000 vaten per dag vanaf september zet deze trend voort. Ook de Europese aardgasprijzen namen vorige maand licht toe (+1,6%), tot 34 EUR per MWh. Door de hoge temperaturen (vooral in de VS) steeg het gebruik van airconditioning, waardoor de vraag naar gas toenam. De futuresmarkten verwachten een lichte stijging van de gasprijzen in de EU tijdens de winter, aangezien de aardgasreserves iets onder het historische gemiddelde liggen.
  • Na de onverwacht sterke opstoot van de groei van het reële bbp in de eurozone in het eerste kwartaal van 2025 (0,6% tegenover het voorgaande kwartaal) is de groei in het tweede kwartaal, zoals verwacht, vertraagd tot 0,1%. In Duitsland en Italië, waar de anticipatie op invoerheffingen in de VS nog een relatief krachtige impuls gaf aan de groei in het eerste kwartaal, zorgde de correctie zelfs voor een lichte krimp van het reële bbp (met 0,1% in beide landen). In Ierland bedroeg de terugval een vol procentpunt, wat gezien de exuberante groei van 7,4% in het eerste kwartaal als eerder bescheiden kan worden bestempeld. Met een groei van 0,2% in België en 0,1% in Nederland bleef de groeivertraging in beide landen beperkt tot 0,2 procentpunt. Tegen de achtergrond van de groeivertraging in de andere eurolanden springt de groeiversteviging van de Franse economie, van 0,1% tot 0,3%, in het oog. Al moet daaraan meteen worden toegevoegd dat deze toename vooral het gevolg was van voorraadopbouw, en dus niet wijst op een kwalitatieve verbetering van de groei. Dat laatste geldt wel voor de Spaanse economie, waar investeringen en particuliere consumptie de groei deden versnellen van een robuuste 0,6% in het eerste kwartaal tot 0,7% in het tweede kwartaal, en dit terwijl de voorraden afgebouwd werden. Structurele concurrentiekrachtuitdagingen en onzekerheid zullen blijven wegen op de groei in de EU in 2025. Voor volgend jaar verwachten we dat de aangekondigde Duitse begrotingsimpuls de economische dynamiek zal aanzwengelen, niet in het minst in Duitsland zelf. Via oversijpelingseffecten kan de Duitse begrotingsstimulans tegengewicht bieden aan de negatieve groei-effecten van de begrotingssaneringen in de andere eurolanden.
  • De inflatie in de eurozone stabiliseerde op 2,0% in juli. Ook de kerninflatie maakte een pas op de plaats (2,5%), een gevolg van de iets sterker dan verwachte afkoeling van de diensteninflatie (van 3,3% in juni naar 3,1% in juli) en de onverwachte opvering van het prijsstijgingstempo bij de niet-energetische goederen (van 0,5% naar 0,8%). De voedingsprijsinflatie trok aan van 3,1% tot 3,3%, terwijl de energieprijsinflatie iets minder negatief werd (-2,5% in juli tegenover -2,6% in juni). Voedings- en vooral energieprijsschommelingen kunnen de komende maanden voor volatiliteit in de algemene inflatie zorgen, maar een afkoeling van de kerninflatie blijft waarschijnlijk. De opstoot van de goedereninflatie in juli was vermoedelijk het gevolg van toevallige en tijdelijke factoren, terwijl de afkoeling van de diensteninflatie in de lijn van de verwachtingen ligt.
  • De Amerikaanse economie heeft een technische recessie vermeden. Het Amerikaanse bbp groeide in het tweede kwartaal met 0,75% op kwartaalbasis, een flinke opleving ten opzichte van de negatieve groei in het eerste kwartaal. Deze groeiverbetering was grotendeels het gevolg van de sterke positieve groeibijdrage van de invoer. In Q1 steeg de invoer nog sterk in anticipatie op de verwachte verhoging van de Amerikaanse handelstarieven. Deze invoerstijging had een negatieve impact op het groeicijfer, aangezien de invoer afgetrokken wordt van de uitvoer bij de berekening van het bbp. Aan de anticiperende invoerbeweging kwam grotendeels een einde in het tweede kwartaal, wat resulteerde in een positieve groeibijdrage van de netto-uitvoer. In de details van het sterke totale groeicijfer zien we signalen die wijzen op een vertragende Amerikaanse economie, bijvoorbeeld in de afzwakkende componenten van de binnenlandse vraag. Zo droeg de consumptie slechts 0,25 procentpunt bij aan de kwartaal-op-kwartaalgroei, een cijfer dat ver onder het historisch gemiddelde ligt. De groeibijdrage van overheidsbestedingen en particuliere investeringen was verwaarloosbaar, en de bijdrage van investeringen in gebouwen en woningen was zelfs negatief. In de komende kwartalen zullen hogere tarieven en migratiebeperkingen waarschijnlijk zorgen voor een verdere verzwakking van de groei. De vertrouwensindicatoren blijven immers zwak en ook de arbeidsmarkt vertoont barsten. Vorige maand steeg het aantal jobs met slechts 73.000. Bovendien waren er ook grote neerwaartse herzieningen in de cijfers van de voorgaande maanden. In de afgelopen drie maanden steeg het aantal jobs slechts met 106.000 (meer dan drie keer lager dan het historische gemiddelde). De werkloosheid steeg in juli, van 4,1% naar 4,2%, terwijl de participatiegraad daalde. Er was bovendien ook een belangrijke toename van het deeltijds werk om economische redenen. Naarmate het economische klimaat verslechtert, verwachten we een verdere verzwakking van de arbeidsmarkt.
  • Intussen neemt de inflatiedruk in de VS toe. In juli steeg de Amerikaanse kerninflatie van 2,9% naar 3,1%. Op maandbasis nam de kerninflatie toe tot 0,3%. De stijging werd voornamelijk veroorzaakt door kerndiensten, in het bijzonder medische zorgdiensten en transportdiensten. In tegenstelling tot de voorgaande maanden droegen ook de autoprijzen bij tot de versnelling van de kerngoedereninflatie in juli. Sommige invoergevoelige categorieën, zoals woninginrichting en recreatieartikelen, stegen aanzienlijk terwijl de prijstoename van kledij beperkt bleef. De tarieven zijn dus nog niet volledig doorgesijpeld in de goedereninflatie. De prijsinflatie voor huisvesting was gematigd, mede dankzij lagere hotelprijzen en de dalende trend in huurprijzen. Ondanks de stijging van de kerninflatie bleef de brede inflatie onveranderd op 2,7%. De energieprijzen daalden met 1,1% op maandbasis, terwijl de voedingsprijzen ongewijzigd bleven. We verwachten dat de inflatiedruk zal blijven toenemen de komende maanden naarmate de tarieven geleidelijk verder doorfilteren in de consumentenprijzen.
  • Zowel de ECB als de Fed lieten in juli hun beleidsrente ongewijzigd op respectievelijk 2% en 4,375%. Beide centrale banken nemen daarmee een voorzichtige houding aan in afwachting van bijkomende data die de inschatting van de toekomstige groei, arbeidsmarktontwikkelingen en inflatie kunnen ondersteunen. Het belangrijkste verschil tussen beide centrale banken is dat de ECB-beleidsrente zich reeds enkele maanden in neutraal terrein bevindt, terwijl Fed-voorzitter Powell de Amerikaanse beleidsrente omschreef als matig restrictief, gezien de nog steeds hoge inflatie en lage werkloosheid. Terwijl de inflatie in de eurozone in juli op het ECB-streefcijfer van 2% lag, houdt de Fed rekening met het risico dat invoertarieven zich kunnen vertalen in hogere Amerikaanse consumentenprijzen. Momenteel gaat Fed-voorzitter Powell ervan uit dat dit slechts tot een eenmalige stijging van het prijsniveau zal leiden en dat er dus niet noodzakelijkerwijs tweederonde-effecten komen die de inflatie meer permanent verhogen. Terwijl de renteverlagingscyclus van de eurozone dus (bijna) op zijn einde loopt, verwachten we dat de Fed haar renteverlagingscyclus in de tweede helft van dit jaar zal hervatten. De Amerikaanse tienjaarsrente staat sinds kort onder licht neerwaartse druk als gevolg van het toegenomen groeipessimisme en de daaruit volgende verwachting dat de Fed haar renteverlagingscyclus spoedig zal hervatten. Voor 2026 is er een beperkt opwaarts potentieel voor de Duitse tienjaarsrente. De verwachte budgettaire expansie zal immers zorgen voor hogere Duitse schuldemissies, wat de termijnpremie op Duitse overheidsobligaties verder omhoog zal duwen.   
  • De Chinese economie groeide in het tweede kwartaal met 5,2% jaar-op-jaar. De totale uitvoer bleef op peil ondanks een sterke daling van de uitvoer naar de VS. Ook de industriële productie en de detailhandelsverkopen hielden goed stand aan het begin van het kwartaal, maar de gegevens van juni benadrukken de onevenwichtigheden die de economie blijven plagen. Zo steeg de industriële productie met 0,5% jaar-op-jaar terwijl de detailhandelsverkoop daalde met 0,16% jaar-op-jaar. Deze divergentie benadrukt het overcapaciteitsprobleem van China, dat veroorzaakt wordt door een combinatie van hoge productie en een zwakke binnenlandse vraag en dat bijdraagt aan de groeiende deflatiezorgen in de economie. De inflatie op jaarbasis bleef onveranderd in juli, terwijl de producentenprijzen voor de vierendertigste maand op rij daalden (-3,6% op jaarbasis). De bbp-deflator werd negatiever in het tweede kwartaal (-1,2% jaar-op-jaar), wat betekent dat het nominale bbp-cijfer een relatief zwakke 3,94% jaar-op-jaar bedroeg. Vooruitblikkend zullen hogere handelsbarrières met de VS, waaronder pogingen van de VS om invoer vanuit China via derde landen te blokkeren, druk uitoefenen op de uitvoergroei. Samen met de structurele uitdagingen die wegen op de economie en de aanhoudende zwakte in de vastgoedsector, verwachten we dat de groei in de tweede helft van het jaar relatief zwak zal blijven.
  • Volgens de flashraming bedroeg de Belgische bbp-groei 0,2% in het tweede kwartaal van 2025. Dat is minder dan de 0,4%-groei in het eerste kwartaal, maar wel iets meer dan wij hadden verwacht (0,1%). Hoewel het cijfer een vertraging impliceert, bleek de Belgische groei wel opnieuw relatief veerkrachtig in vergelijking met die in de eurozone en vooral buurland Duitsland. De details inzake bbp-componenten worden pas later gepubliceerd, waardoor we nog geen zicht hebben op de drijvende krachten achter het Q2-groeicijfer. De voorlopige raming toont wel dat de groei van de toegevoegde waarde (in reële termen) in het tweede kwartaal in alle drie de sectoren verminderde. De bouwsector en de dienstensector bleven wel een positieve groei noteren (0,2%). In de industrie werd de groei opnieuw  negatief (-0,1%) na het eenmalige positieve cijfer in Q1. De juli-cijfers voor zowel de consumenten- als producentenenquête stelden teleur. Na merkbare verbeteringen in de voorgaande maanden bleef het consumentenvertrouwen onveranderd, terwijl het ondernemersvertrouwen zelfs daalde. De Belgische HICP-inflatie daalde van 2,9% in juni naar 2,6% in juli, dankzij een grote daling van de voedingsprijsinflatie (van 5,0% naar 4,4%) en een kleinere daling van de energie-inflatie (van 2,2% naar 2,1%). De kerninflatie (d.w.z. exclusief energie en voeding) stagneerde op 2,2%. Met 2,6% ligt de Belgische algemene inflatie nog altijd ruim boven de inflatie in de eurozone. De kerninflatie ligt nu iets onder het cijfer voor de eurozone.
  • De COE-markten (Bulgarije, Tsjechië, Hongarije, Slowakije) noteerden een bescheiden bbp-groei in het tweede kwartaal, gesteund door de binnenlandse vraag en de aanwending van EU-fondsen en ondanks de aanhoudende inflatie en externe tegenwind. Er waren wel enkele opmerkelijke verschillen in de Eurostat bbp-data: de Tsjechische kwartaalgroei vertraagde van 0,7% naar 0,2%, terwijl de Hongaarse groei versnelde van -0,1% naar 0,4%. De CPI-inflatie in Tsjechië, die 2,7% bedroeg in juli, blijft hardnekkig boven de doelstelling van de CNB hangen. Voorlopig houdt de CNB daarom haar beleidsrente ongewijzigd op 3,5%. Ook in Hongarije hield de MNB de beleidsrente ongewijzigd op 6,5%. De Hongaarse inflatie bereikte 4.3% in juli, een cijfer ver boven de doelstelling van de MNB. De extra economische schade van het tariefakkoord dat de EU en de VS in juli hebben gesloten zou, vooral in de COE-landen met een grote autosector, minimaal moeten zijn in vergelijking met de situatie van vóór het akkoord. Slowakije en Hongarije kunnen volgens onze berekeningen zelfs licht profiteren van het akkoord. De invoering van de euro in Bulgarije op 1 januari 2026 werd op 8 juli bevestigd door het EU-Parlement en het Bulgaarse parlement keurde op 30 juli de amendementen op de Euro Adoption Act goed. Deze amendementen bevatten strenge maatregelen voor consumentenbescherming waaronder een verbod op ongerechtvaardigde prijsverhogingen, de verplichte dubbele prijsaanduiding en de publicatie van data door grote retailers.

Internationale omgeving

Economische update landen en regio's

België

Centraal- en Oost-Europa

Meest recente voorspellingen


 
Reële bbp-groei (periodegemiddelde, berekend uit kwartaalcijfers, in %) Inflatie (periodegemiddelde, in %)
  2024 2025 2026 2024 2025 2026
Eurozone Eurozone 0,9 1,2 0,9 2,4 2,0 1,8
Duitsland -0,2 0,2 0,8 2,5 2,2 1,4
Frankrijk 1,1 0,5 0,9 2,3 1,0 1,3
Italië 0,5 0,4 0,4 1,2 1,5 1,4
Spanje 3,2 2,3 1,9 2,9 2,4 1,6
Nederland 1,1 1,4 0,8 3,2 3,0 2,5
België 1,0 0,8 0,8 4,3 2,9 1,8
Ierland 1,2 9,7 2,7 1,4 1,9 1,8
Slowakije 2,1 1,2 1,4 3,2 4,0 3,5
Centraal- en Oost-Europa Tsjechië 1,1 2,1 1,8 2,7 2,4 2,2
Hongarije 0,5 0,5 2,4 3,7 4,3 4,1
Bulgarije 2,7 2,8 2,7 2,6 3,5 3,4
Polen 2,9 3,1 3,3 3,6 3,6 3,0
Roemenië 0,8 1,0 2,1 5,8 5,9 5,0
Rest van Europe Verenigd Koninkrijk 1,1 1,0 1,0 2,3 3,2 2,4
Zweden 1,0 1,2 2,2 2,0 0,8 1,5
Noorwegen (mainland) 0,6 1,5 1,6 2,9 2,7 2,2
Zwitserland 1,4 1,2 1,4 0,9 0,2 0,6
Opkomende economieën China 5,0 5,0 4,4 0,2 0,1 1,0
India* 6,5 6,3 6,3 4,6 3,2 4,8
Zuid-Afrika 0,5 1,0 1,7 4,4 3,5 4,6
Rusland Tijdelijk geen voorspellingen omwille van grote onzekerheid
Turkije 3,2 2,9 3,3 58,5 33,8 22,0
Brazilië 3,4 2,3 2,0 4,4 5,1 4,3
Andere ontwikkelde economieën Verenigde Staten 2,8 1,5 1,4 3,0 2,7 2,6
Japan  0,2 0,8 0,7 2,7 3,0 1,7
Australië 1,0 1,6 2,3 3,2 2,6 2,7
Nieuw-Zeeland -0,5 1,0 2,4 2,9 2,5 2,1
Canada 1,6 1,2 1,0 2,3 2,1 2,1
* fiscaal jaar van april tot maart         4/8/2025

Beleidsrentes (einde periode, in %)

    4/8/2025 Q3 2025 Q4 2025 Q1 2026 Q2 2026
Eurozone Eurozone (refi-rente) 2,15 1,90 1,90 1,90 1,90
Eurozone (depo-rente) 2,00 1,75 1,75 1,75 1,75
Centraal- en
Oost-Europa
Tsjechië 3,50 3,50 3,25 3,25 3,25
Hongarije (base rate) 6,50 6,50 6,25 6,25 6,00
Bulgarije -        
Polen 5,00 4,75 4,00 3,50 3,50
Roemenië 6,50 6,50 6,25 6,25 6,25
Rest van Europe Verenigd Koninkrijk 4,25 4,00 3,75 3,50 3,25
Zweden 2,00 2,00 2,00 2,00 2,00
Noorwegen 4,25 4,25 4,00 4,00 4,00
Zwitserland 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Opkomende
economieën
China (7d rev repo) 1,40 1,30 1,20 1,10 1,10
India 5,50 5,50 5,50 5,50 5,50
Zuid-Afrika 7,00 7,00 7,00 7,00 7,00
Rusland Tijdelijk geen voorspellingen omwille van grote onzekerheid
Turkije 43,00 41,00 36,00 32,00 27,00
Brazilië 15,00 15,00 15,00 15,00 15,00
Andere ontwikkelde economieën Verenigde Staten (midden doelbereik) 4,375 4,125 3,875 3,625 3,375
Japan  0,50 0,75 0,75 0,75 0,75
Australië 3,85 3,60 3,35 3,35 3,35
Nieuw-Zeeland 3,25 3,00 3,00 3,00 3,00
Canada 2,75 2,75 2,50 2,50 2,50

Rente op 10-jaarse overheidsobligaties (einde periode, in %)

 
    4/8/2025 Q3 2025 Q4 2025 Q1 2026 Q2 2026  
Eurozone Duitsland 2,64 2,60 2,60 2,65 2,70  
Frankrijk 3,30 3,30 3,29 3,33 3,38  
Italië 3,48 3,50 3,49 3,53 3,57  
Spanje 3,22 3,29 3,28 3,32 3,35  
Nederland 2,81 2,80 2,80 2,85 2,90  
België 3,16 3,20 3,19 3,23 3,28  
Ierland 2,87 2,95 2,94 2,99 3,03  
Slowakije 3,45 3,40 3,40 3,45 3,50  
Centraal- en
Oost-Europa
Tsjechië 4,30 4,20 4,20 4,20 4,20  
Hongarije 7,11 6,80 6,30 6,20 6,20  
Bulgarije* (EUR) 3,40 3,40 3,40 3,44 3,49  
Polen 5,43 5,20 5,00 4,90 4,50  
Roemenië 7,25 7,20 7,20 7,25 7,30  
Rest van Europe Verenigd Koninkrijk 4,52 4,60 4,60 4,65 4,70  
Zweden 2,42 2,35 2,35 2,40 2,45  
Noorwegen 3,93 3,90 3,90 3,95 4,00  
Zwitserland 0,31 0,30 0,30 0,35 0,40  
Opkomende
economieën
China 1,72 1,70 1,65 1,65 1,65  
India 6,32 6,20 6,25 6,30 6,35  
Zuid-Afrika 9,62 9,65 9,70 9,75 9,80  
Rusland Tijdelijk geen voorspellingen omwille van grote onzekerheid  
Turkije 29,21 29,00 28,50 28,00 26,00  
Brazilië 14,05 13,47 13,52 13,57 13,62  
Andere ontwikkelde
economieën
Verenigde Staten 4,21 4,40 4,40 4,40 4,40  
Japan  1,50 1,65 1,70 1,75 1,85  
Australië 4,22 4,35 4,35 4,35 4,35  
Nieuw-Zeeland 4,50 4,60 4,60 4,60 4,60  
Canada 3,39 3,55 3,55 3,55 3,55  
*Opgelet: zeer illiquide markt  

Wisselkoersen (einde periode)

 
  4/8/2025 Q3 2025 Q4 2025 Q1 2026 Q2 2026  
USD per EUR 1,16 1,18 1,20 1,20 1,21  
CZK per EUR 24,58 24,60 24,60 24,50 24,40  
HUF per EUR 398 398 408 412 414  
PLN per EUR 4,27 4,30 4,28 4,25 4,23  
BGN per EUR 1,96 1,96 1,96 1,96 1,96  
RON per EUR 5,07 5,10 5,15 5,17 5,20  
GBP per EUR 0,87 0,88 0,89 0,90 0,90  
SEK per EUR 11,19 11,15 11,10 11,00 11,00  
NOK per EUR 11,88 11,60 11,50 11,50 11,50  
CHF per EUR 0,93 0,93 0,93 0,93 0,93  
BRL per USD 5,51 5,40 5,36 5,36 5,34  
INR per USD 87,63 85,29 84,58 84,58 84,23  
ZAR per USD 17,97 17,56 17,41 17,41 17,34  
RUB per USD Tijdelijk geen voorspellingen omwille van grote onzekerheid  
TRY per USD 40,67 41,90 43,75 45,37 47,02  
RMB per USD 7,18 7,18 7,18 7,18 7,18  
JPY per USD 147,17 145,00 142,00 140,00 140,00  
USD per AUD 0,65 0,67 0,67 0,68 0,69  
USD per NZD 0,59 0,60 0,61 0,61 0,62  
CAD per USD 1,38 1,36 1,35 1,35 1,34  

Meer voorspellingen kunt u hier vinden. 

 

Hebt u hierover vragen?

Contacteer uw private banker of wealth manager.

Maak kennis met KBC Private Banking & Wealth
Inschrijven op onze nieuwsbrief

U mag dit nieuwsbericht niet beschouwen als een beleggingsaanbeveling of als advies.