Hoe kan ik belastingvrij bijverdienen?

De wet over de economische relance en de versterking van de sociale cohesie werd op 18 juli 2018 goedgekeurd. Concreet betekent dit dat men op drie domeinen een belastingvrij inkomen kan bekomen, als men een voorafgaandelijk bepaalde grens niet overschrijdt.

De nieuwe wet voorziet in een fiscale vrijstelling voor drie pijlers: verenigingswerk, inkomsten uit occasionele diensten tussen burgers en inkomsten uit de deeleconomie. Winsten en baten die voorkomen uit deze diensten worden vrijgesteld van inkomstenbelasting wanneer het brutobedrag van die inkomsten samen niet meer dan 6.130,00 euro bedragen op jaarbasis. Voor de inkomsten uit het verenigingswerk en de occasionele diensten tussen burgers geldt bovendien een globale maandgrens. Overschrijdt men deze grens, dan vervalt de vrijstelling en zullen deze inkomsten in beginsel volgende gewone regels als beroepsinkomen belast worden. We overlopen even de 3 pijlers :
 

1. Verenigingswerk

De verenigingswerker moet naast het verenigingswerk een beroepsactiviteit uitoefenen. Deze werknemer moet minstens 4/5de van een voltijdse job uitoefenen. Een zelfstandige moet zijn activiteit in hoofdberoep uitoefenen. Een antimisbruikbepaling voorziet dat het leveren van het verenigingswerk niet toegestaan is als de verenigingswerker en de organisatie waarvoor het werk verricht wordt, voorafgaand verbonden waren door een arbeidsovereenkomst, een statutaire aanstelling of een aannemingscontract gedurende een periode van één jaar.

De vereniging moet ingeschreven zijn bij de KBO of RSZ (voor feitelijke verenigingen) en mag geen winstoogmerk nastreven. Hier geldt zowel een jaar- als een maandgrens. Een overschrijding van de maandgrens impliceert een belastbaar beroepsinkomen. Het verenigingswerk moet worden aangegeven via een elektronische aangifte. Dit kan via de site www.bijklussen.be

De activiteiten die in aanmerking komen voor verenigingswerk werden opgenomen in de wet. Enkele voorbeelden: animator, sporttrainer, gidsen, vormingsmedewerker in het kader van de bijstand aan personen, opvang van baby’s en peuters en buitenschoolse opvang van schoolgaande kinderen volgens de voorwaarden en kwaliteitscriteria die iedere gemeenschap bepaalt.
 

2. Occasionele diensten tussen burgers

Ontvangt men voor bepaalde occasionele klusjes een vergoeding, dan kan men ook een vrijstelling genieten. De diensten moeten verricht worden ten voordele van natuurlijke personen met wie men geen arbeidsovereenkomst, statutaire aanstelling of aannemingsovereenkomst heeft. Hier geldt zowel een jaar- als een maandgrens. Een overschrijding wordt belast als beroepsinkomen tenzij het tegenbewijs kan geleverd worden dat het een divers inkomen betreft.

De werknemer moet minstens een job hebben met een 4/5de tewerkstelling, of actief zijn als zelfstandige in hoofdberoep. Ook hier dient men alles te registeren op een elektronisch platform www.bijklussen.be. Een aantal voorbeelden uit de wet: oppas van kinderen, buitenschoolse kinderopvang, bijlessen, sportlessen, kleine onderhoudswerkzaamheden, het zorgen voor, het passen op en het uitlaten van dieren …
 

3. Deeleconomie

Een laatste specifieke fiscale regeling die men al vroeger had ingevoerd, is het leveren van diensten door particulieren aan andere particulieren buiten een professioneel kader. Deeleconomie bestaat uit diensten die worden aangeboden via elektronische deeleconomieplatformen.
De lijst van erkende platformen vindt u hier. Inzake deeleconomie wordt geen beroepswerkzaamheid vereist. Dit betekent dat ook particulieren die minder dan 4/5de werken of die werkloos zijn onder dit gunstregime vallen. Binnen deze regeling is geen maandgrens van toepassing. Een overschrijding wordt belast als beroepsinkomen, tenzij het tegenbewijs kan geleverd worden dat het een divers inkomen betreft.

 

Disclaimer
Dit blogbericht mag niet worden beschouwd als en beleggingsaanbeveling of advies.