Er liep iets mis. De pagina is tijdelijk onbeschikbaar.

Versneld liquidatiereserves uitkeren? Opgelet voor impact op behoud verlaagd tarief!

De Programmawet van juli 2025 laat toe om liquidatiereserves die zijn aangelegd vóór 1 januari 2025 fiscaalvriendelijk uit te keren na een wachttermijn van slechts 3 jaar in plaats van de oorspronkelijk afgesproken 5 jaar. Het tarief van roerende voorheffing (RV) bij uitkering na deze kortere wachtperiode bedraagt dan wel 6,5% in plaats van 5%. Zie het nieuwsbericht van 7 augustus 2025.

Concreet betekent dit dat vennootschappen die hun boekjaar afsluiten op 31-12-2025 in de loop van 2025 niet alleen de liquidatiereserve, die werd aangelegd op 31-12-2019 kunnen uitkeren (met toepassing van 5% RV), maar opeens de optie krijgen aangeboden om ook de liquidatiereserves die werden aangelegd op 31-12-2020 en 31-12-2021 uit te keren (met toepassing van 6,5% RV). Meer in het algemeen kunnen vennootschappen dus de aangelegde liquidatiereserves van 2 extra jaren uitkeren.

Of dergelijke versnelde uitkering opportuun is, hangt af van diverse factoren (mogelijke private nood aan middelen, impact op de waardebepaling van de aandelen op 31-12-2025 in kader van de meerwaardebelasting, toepassing van de fifo-methode bij uitkering ...).
In dit nieuwsbericht hebben we enkel aandacht voor de mogelijke gevolgen op het verlaagde tarief van de vennootschapsbelasting.

Een verhoogde dividenduitkering heeft uiteraard een directe invloed op de evolutie van het eigen vermogen van de vennootschap en dus mogelijk ook op de toepassing van dat verlaagde tarief in de vennootschapsbelasting.

Opdat een vennootschap van het verlaagde tarief van de vennootschapsbelasting zou kunnen genieten, stelt één van de voorwaarden dat de vennootschap geen ‘financiële vennootschap’ mag zijn. Een financiële vennootschap wordt daarbij – vereenvoudigd gesteld - gedefinieerd als een vennootschap die beleggingen aanhoudt in aandelen, waarvan de aanschaffingswaarde hoger is dan 50% van de som van de inbreng (of ingeval een NV: het kapitaal) en de belaste reserves. Deze voorwaarde wordt geëvalueerd op de laatste dag van het boekjaar waarvoor de toepassing van het verlaagde tarief wordt geclaimd.

Een verhoogde (want ‘versnelde’) afbouw van de belaste reserves kan dan vanzelfsprekend tot gevolg hebben dat het bovenvermelde grensbedrag wordt overschreden, met onverhoeds verlies van het verlaagde tarief tot gevolg. Wie het verlaagde tarief van de vennootschapsbelasting wenst te behouden, kan dus best vooraf even de rekening maken.
 

Vragen? 

Contacteer uw private banker of wealth manager

Maak kennis met KBC Private Banking & Wealth
Inschrijven op onze nieuwsbrief

U mag dit nieuwsbericht niet beschouwen als een beleggingsaanbeveling of als advies.