De wereld in beeld: IMF optimistisch dankzij de uitrol van de vaccins en het sterke beleid van de regeringen.

Algemeen

Jaarlijks publiceert het Internationaal Muntfonds (IMF) in maart en in oktober zijn World Economic Outlook. Dat zijn de uitgebreide economische vooruitzichten van het IMF. Tussentijds komt het IMF met een update van dit uitgebreide rapport. Dinsdag 26 januari 2021 was er een update en de belangstelling van de economen was groot. Immers, in het rapport in oktober was er nog onduidelijkheid over de uitbreiding van de pandemie, de Amerikaanse verkiezingen en de vaccins.

In de update verhoogt het IMF zijn prognose voor de groei van het wereldwijde BBP voor 2021 van 5,2% naar 5,5%:
• in de ontwikkelde landen gaat de groei van 3,9% naar 4,3%;
• voor de opkomende landen gaat de groei van 6,0% naar 6,3%; 
• volgens het IMF gaat de Amerikaanse groei in 2021 het pre-coronaniveau bereiken (5,1% versus 3,1%);
• voor de eurozone en het VK worden de prognoses sterk verlaagd, resp. -1% naar 4,2% en -1,4% naar 4,5% en dit ten gevolge van de uitbreiding van de pandemie en de daaraan gekoppelde lockdowns;
• voor China verlaagt de prognose van 8,2% naar 8,1%.

De reden van het optimisme van het IMF is een gevolg van de wereldwijde uitrol van de vaccins in 2021, gekoppeld aan een sterk budgettair en monetair beleid van de regeringen.

Macro-economisch 


1. Verenigde Staten

VS-economie blijft sterk.

De inauguratie van de nieuwe president op 20 januari verliep rustig in tegenstelling tot wat werd gevreesd. Joe Biden vloog er meteen in en kondigde een stimuleringsprogramma van 900 miljard dollar aan (ongeveer 4% van het Amerikaanse BBP). Dat kan de Amerikaanse economie opnieuw een boost geven. De Democraten haalden op de valreep ook de Senaat binnen waardoor de “blauwe golf” een feit is. Dit betekent dat we in de toekomst nog stimuleringsmaatregelen voor de economie mogen verwachten.

Wat zeggen de indicatoren?

  • Het consumentenvertrouwen (Universiteit van Michigan) daalde van 80,7 naar 79,2, terwijl de economen nog uitgingen van 79,5. Niettegenstaande de Amerikaanse economie niet op slot gaat (ondanks de forse stijging van het aantal besmettingen en dat in tegenstelling tot andere landen), maakten de consumenten zich toch wat zorgen. 
  • We zien een bevestiging hiervan in de kleinhandelsverkopen die daalden van 5,7% naar 1,1%.
  • Ook bij de orders voor duurzame goederen zien we een daling: van 1,3% naar 1%.
  • De werkloosheid bleef stabiel op 6,7%; op maandbasis werden wel slechts 38.000 nieuwe banen gecreëerd.

Dit betekent echter niet dat we negatief zijn voor de Amerikaanse economie, aangezien de groei van het BBP in het vierde kwartaal uitkwam op - omgerekend op jaarbasis - 4%, waardoor de VS het jaar afsloot met een daling van het BBP met – 3,5%.

Onze macro-economen hebben de vooruitzichten voor de Amerikaanse economie voor 2021 opgetrokken van 4,2% naar 4,4%. Uiteraard kunnen deze cijfers nog bijgesteld worden als er een agressievere begrotingsstimulus komt van de Biden-administratie. Ze zijn er van overtuigd dat de VS dit jaar het niveau van vóór de pandemie zal bereiken. Voor 2022 zijn ze wat gematigder met een groei van 2,5%.

VS-industrie robuust

De Amerikaanse industrie zit stevig in het zadel:
dat wordt bevestigd door het ondernemersvertrouwen uit de verwerkende nijverheid (PMI Manufactoring). In december lag het peil op 57,1. De economen gingen uit van een daling (rekening houdend met de verslechtering van de cijfers van de pandemie) tot 56,5. De realiteit verraste echter: 59,1!

Een cijfer dat op zijn beurt het gunstige ondernemersvertrouwen bevestigd, is dat van de gestegen fabrieksorders. Er werd 0,7% verwacht (op maandbasis), terwijl er 1% werd gerealiseerd.
Dat resulteert in een gunstige evolutie van de industriële productie.

  • Nog een verrassing de voorbije periode was dat het ondernemersvertrouwen voor de diensten (PMI Services) ook fors steeg: van 54,8 vorige maand naar 57,50 (verwacht 53,4).
  • Een andere belangrijke graadmeter gaat eveneens fors vooruit: de Philadelphia Fed index steeg naar 26,5 terwijl 11,8 verwacht werd. Deze index wordt beschouwd als een voorlopende indicator voor de globale economie.

Fed-voorzitter spreekt sombere taal

De Amerikaanse centrale bank hield na de bijeenkomst in de laatste week van januari, zoals verwacht, het monetaire beleid onveranderd. In een toelichting zei Powell dat het economische herstel van de coronacrisis aan het afzwakken is door het stijgende aantal besmettingen en nieuwe lockdowns. Volgens hem is er nog een lange weg te gaan en is de vaccinatie tegen het virus het allerbelangrijkste voor de economie.

2. China

Chinese consument blijft spenderen

In China is het duidelijk dat de pandemie zo goed als achter de rug is. Het aantal besmettingen is tot een minimum gedaald en het “gewone” leven herneemt. Dit merken we duidelijk aan het gedrag van de consument die blijft spenderen. Het tempo van de uitgave is iets gedaald (van 5% naar 4,6%) maar blijft op een hoog peil.

Onze macro-economen handhaven het jaargemiddelde qua BBP-groei voor 2020 op 2,1%. Voor 2021 gaan ze uit van een fors herstel naar 8,5%. Voor 2022 zijn ze wat gematigder met een groei van 5,2%.

Chinese industrie bevestigt opnieuw.

De sterke groei van het BBP zien we duidelijk terug in de harde data. De industriële productie stijgt maand na maand, wat we duidelijk zien in volgende grafiek.

Die gunstige evolutie vinden we niet terug in het ondernemersvertrouwen dat zowel voor de verwerkende nijverheid (PMI Manufactoring) als voor de diensten (PMI Services) daalde: respectievelijk van 54,90 naar 53 en van 57.5 naar 56,3. Maar aangezien beide cijfers sterk boven de 50-grens noteren blijven we positief voor de Chi.

3. Eurozone

Coronavirus bepaalt de dynamiek van de economie

Het coronavirus houdt de eurozone in de ban. Overal zien we het aantal besmettingen opnieuw stijgen met forse lockdowns tot gevolg. Eén van de maatregelen is het instellen van een avondklok in diverse landen: België, Nederland, Frankrijk - het ene land al strenger dan het andere - en een reisverbod voor niet-essentiële reizen (België) of het sluiten van de grenzen voor niet-EU inwoners (Frankrijk).

We zien een tegenstrijdig beeld tussen de kleinhandelsverkopen die dalen (van 8,2 naar 5,6) en het consumentenvertrouwen dat stijgt van 90 naar 95. Een mogelijke verklaring is deze: de kleinhandelsverkopen houden rekening met de realiteit (de effectief gedane aankopen) en zoals we lezen in de pers houdt de consument de vinger op de knip (cfr. recente cijfers over de soldenverkoop in België die tegenvallen). Het consumentenvertrouwen is een bevraging bij de consument (en bijgevolg een sentimentsindex). Uiteraard is de consument optimistisch, want in het antwoord houdt men rekening met de uitrol van de vaccins en dit geeft hoop voor de toekomst.

Een en ander resulteert in een lichte opwaartse herziening van de groeiramingen door onze macro-economen voor het reële BBP tot -7,2% in 2020 en 3,1% in 2021. Voor 2022 calculeren ze een grotere inhaalbeweging in, met een jaargemiddelde groei van 4,2%.

Europese industrie houdt goed stand

De Europese industrie doet het vrij goed al verwachten de economen een daling van het BBP voor het vierde kwartaal (cijfers moeten nog gepubliceerd worden) door de lockdownmaatregelen. Hetzelfde geldt voor de verwachtingen voor het BBP voor het eerste kwartaal 2021.

Het ondernemersvertrouwen in de verwerkende nijverheid steeg van 53 naar 55. De ondernemers houden hier rekening met de normalisatie van de economie door de vaccinatie.

Het ondernemersvertrouwen voor de diensten daalde opnieuw (en dit reflecteert het beeld dat we zien in de kleinhandelsverkopen).

De financiële markten


1.  Beurzen 

Verenigde Staten

In de maand januari sneuvelden opnieuw records op Wall Street. Dit heeft enerzijds te maken met de stimulusplannen van de Biden-regering en anderzijds de hoop op een herstel in 2021 door de uitrol van de vaccins. Naar het einde van januari kregen we winstnemingen op de beurs omdat een aantal indicatoren een ander beeld gaven van de economie.

 


De Europese beurzen hebben de coronacrisis nog niet verteerd. Zoals hierboven geschetst is de impact van de lockdowns op de Europese economie groter.

 

Aan de stijging van de opkomende markten kwam een einde. We zagen de laatste week van januari vooral in China winstnemingen

 

2.  Obligatiemarkt

De obligatiemarkten hebben aanvankelijk het nieuwe jaar sterk ingezet. Het marktsentiment was uitstekend dankzij de hoop op een vlotte uitrol van de vaccinatiestrategieën tegen het coronavirus.

De credit spreads van zowel kwaliteitsvolle als junkobligaties zetten hun dalende trend verder en bereikten alvast voor het investment grade-luik de laagste niveaus sinds begin 2020. Voor USD en Euro high yield noteren we op dit ogenblik nog 50 basispunten boven deze grens.

De rente op overheidsobligaties steeg de afgelopen maand, het meest uitgesproken in USD. De vrees voor een aantrekkende economie met oplopende inflatie lag aan de basis van deze beweging. Het was pas na geruststellende woorden van de centrale bankiers dat men het beleid nog voor een lange periode soepel zal houden dat de rente opnieuw kon ontspannen.

Binnen de eurozone presteerden de obligaties van de perifere landen het best, met Griekenland en Italië als uitschieters.

Op de valutamarkten maakte de USD een goede beurt. Het vertrouwen van de markt in president Biden en de betere economische vooruitzichten zorgen voor het verbeterde sentiment .

De langdurige lockdown-maatregelen en twijfels over de geplande vaccinatie uitrol zorgen tijdens de laatste week van januari opnieuw voor twijfel bij beleggers. De volatiliteit nam toe, aandelenmarkten corrigeerden en obligatierentes daalden. Afwachten of dit de voorbode is van een nieuwe risk-off periode.

Asset Allocatie

Uit bovenstaande blijkt dat onze macro-economen voorzichtig optimistisch zijn voor de economieën in 2021. Uiteraard hangt alles af van de verdere evolutie van de pandemie en de wereldwijde uitrol van de vaccins.

De aandelenbeurzen kenden een sterke remonte in 2020. Naar het jaareinde toe werden we wat voorzichtiger voor aandelen en zetten we een stapje terug (tot op de norm). In januari is er niks veranderd en blijven we op de norm. Aangezien we rekening houden met een lange periode van lage rentevoeten, blijven we obligaties onderwegen in onze portefeuilles.

Binnen de sectoren geven we nog steeds de voorkeur aan cyclische consumentengoederen, informatietechnologie en de industriële aandelen. Dit kadert in de te verwachten normalisatie van de economie in 2021.

We blijven de ontwikkelingen opvolgen. Wenst u meer informatie over de KBC-Beleggingsstrategie? Uw private banker of wealth officer is uw aanspreekpunt.

Of vraag een eerste kennismakingsgesprek, volledig vrijblijvend.

Maak een afspraak

Disclaimer
Dit nieuwsbericht mag niet worden beschouwd als een beleggingsaanbeveling of advies.