De wereld in beeld: macro-economen zijn voorzichtig positief voor de economieën.

Macro-economisch 


1. Verenigde Staten

VS-economie is nog steeds veerkrachtig

In lijn met de verwachtingen van onze macro-economen groeide de Amerikaanse economie in het vierde kwartaal 2020 met 4% op jaarbasis. Die groei werd vooral gesteund door de investeringen. De Amerikaanse consument droeg ook zijn steentje bij doch we merken dat de verdere opmars van de pandemie in de VS en de vertraging in de toekenning van steunmaatregelen een negatieve invloed had.

Wanneer we de BBP-groei bekijken over geheel 2020 dan komen we op een 3,5% lagere groei uit. De economie kromp dus in 2020 in de VS. Onze macro-economen zijn optimistisch voor de Amerikaanse economie in 2021 en hebben hun vooruitzicht voor de groei van de VS-economie opgetrokken van 4,4% tot 5,2%. Dat impliceert dat het outputniveau van vóór de pandemie in het midden van dit jaar zal worden bereikt. Voor 2022 verwachten ze een groei van 3,5% in de plaats van 2,5%.

Wat zeggen de indicatoren?

  • Het consumentenvertrouwen (Universiteit van Michigan) daalde van 79,2 naar 76,2. Verwacht werd 80,9. Hier zien we de negatieve impact van het stijgend aantal besmettingen. Nemen we echter het consumentenvertrouwen van de Conference Board dan merken we een stijging van het vertrouwen: van 89,3 vorige maand naar 91,3 in februari.
  • Hoe is dat verschil te verklaren ? Welnu, het consumentenvertrouwen van de Conference Board houdt rekening met de werkloosheid. Er wordt een enquête afgenomen en de vraag luidt wat het uitgavenpatroon zal zijn eens men aan het werk is. Een stijgend cijfer betekent dus dat de ondervraagden verwachten snel aan de slag te kunnen gaan en daardoor meer te consumeren dan als ze werkloos zijn.

  • We zien een sterke stijging van de kleinhandelsverkopen. Dit ondersteunt het bovenstaande m.b.t het consumentenvertrouwen (Conference Board). 
  • Hetzelfde beeld zien we bij de orders van de duurzame goederen. Door de stijging in de maand februari staan we zelfs op het pre-covidniveau.

  • Eerder verrassend was de daling van de werkloosheid: van 6,7% in januari naar 6,3% in februari, terwijl de verwachting een status quo was. Het aantal nieuw gecreëerde jobs lag op 49.000, beduidend beter dan de daling in januari (-140.000). De ondervraagde VS-economen waren optimistischer en gingen uit van een stijging van 105.000. Meer mensen aan het werk betekent meer consumptie ,wat we zagen in de voorgaande grafieken.

VS-industrie draait nog steeds op volle toeren

De Amerikaanse industrie doet het meer dan behoorlijk wat we gereflecteerd zien in het ondernemersvertrouwen:

  • het ondernemersvertrouwen uit de verwerkende nijverheid (PMI Manufactoring) lag in januari reeds hoger dan in december en dat zette zich door in februari, iets hoger zelfs dan de marktverwachtingen. Het cijfer steeg van 57,1 naar 59,2, terwijl de consensus 59,1 was. Tegelijkertijd tonen een aantal indicatoren in de verwerkende nijverheid, zoals oplopende transportkosten, tragere leveringstermijnen en personeelstekorten, nu toch ook dat de pandemie optreedt als een stoorzender voor de aanbodzijde van de economie. Dat kan een negatieve impact hebben de komende maanden. Als we de ISM Manufactoring (sentimentsindicator in de verwerkende nijverheid) erbij nemen, dan zien we een dalende trend. In februari bedroeg de indicator 58,7, terwijl de consensus 60 was. Die daling was het gevolg van de daling van de nieuwe orders.
  • Eenzelfde beeld zien we bij de diensten: van 54,8 in december naar 58,3 terwijl de economen 57,4 verwachtten. De steunmaatregelen die de Amerikaanse regering op stapel staan heeft, zijn hier debet aan.
  • Naast de sentimentsindicatoren zijn er nog twee belangrijke redenen waarom de macro-economen van KBC optimistischer zijn geworden over de vooruitzichten voor de VS-economie:
    • de eerste is de gestage vooruitgang in de uitrol van de vaccins, die nu tegen een tempo van 1,3 miljoen vaccinaties per dag verloopt. De regering heeft als doel om tegen het einde van de zomer 300 miljoen mensen gevaccineerd te hebben. Dat zal een relatief snelle normalisatie van het dagelijkse leven en de economische activiteit toelaten. Gelet op de grote spaarbuffers zal dat de consumptie een boost geven.
    • De tweede reden is het bijkomende stimuleringspakket van 1.900 miljard USD dat dit weekend (28-02-2021) werd goedgekeurd in het Huis van Afgevaardigden. Het voorstel gaat naar de Amerikaanse Senaat waar de Democraten eveneens de meerderheid hebben. Er kan wel een verhitte discussie ontstaan over de verhoging van de minimumlonen van 7,5 USD naar 15 USD.

Fed-voorzitter is niet bang van inflatie

De Fed-voorzitter hield een toespraak met de vooruitzichten van de Amerikaanse economie. In de VS heerst de vrees dat door het stimulusplan van de regering de inflatie zou oplopen. Powell gaf echter aan niet bang te zijn voor inflatie. Hij stelde : “We gaan de stimulus voorlopig nog niet stilleggen”. Dat was deels om de daling van de beurzen stil te leggen (we werden geconfronteerd met oplopende rentevoeten), maar het laat ook zien dat de Fed echt niet van plan is om dezelfde fout te maken als in 2018 door voortijdig te stoppen met stimuleren.
 

2. China

Chinese consument is niet te stuiten

Het herstel van de Chinese economie gaat in een gezwind tempo verder. In het vierde kwartaal van 2020 werd een sterker dan verwachte groei van 2,6% tegenover het vorige kwartaal gerealiseerd (6,5% tegenover een jaar eerder). Het groeicijfer voor gans 2020 bedraagt daarmee 2,3%. China is het enige continent dat over 2020 een positief groeicijfer heeft. Daarom handhaven onze macro-economen het groeivooruitzicht van 8,5% voor 2021 en van 5,2% voor 2022.

Bekijken we even wat indicatoren:

  • de kleinhandelsverkopen blijven op peil (februari iets lager dan januari) , maar ze zitten nog niet op het niveau van voor de pandemie.  


 

• het consumentenvertrouwen is ook nog steeds hoog maar ook hier halen we pre-covidcijfer niet.
 

Chinese industrie bevestigt opnieuw

De vooropgestelde groei van het BBP zien we terugkeren in het ondernemersvertrouwen. Het PMI van de verwerkende nijverheid zette in februari een kleine stap terug van 53 naar 51,5 terwijl 52,6 verwachte werd. Een cijfer boven 50 wijst op groei en een kleine terugval is na de sterke prestatie in 2020 onvermijdelijk. Daarenboven werd in februari het Chinese nieuwjaar gevierd wat een impact heeft op de cijfers. Ook bij het PMI diensten zien we een kleine daling van 56,3 naar 55,5. Dit was echter véél beter dan de Chinese economen dachten. Zij gingen uit van 52. De consument haakt dus duidelijk niet af.

Die positieve cijfers zien we terug in de industriële productie die maand na maand stijgt:

 

3. Eurozone

Coronavirus speelt de economie parten

Het coronavirus zorgt nog steeds voor een sterke toename van het aantal besmettingen (bv. Duitsland, Portugal). Ook in België staan we mogelijk voor een derde golf. Het zijn vooral de varianten van Covid-19 die Europa parten speelt. Binnen de eurozone wordt de lockdown bevestigd of zelfs nog verstrengd (cfr. totale weekendlockdown in bepaalde Franse steden). Alle hoop is gevestigd op de vaccinaties.

De economische terugval die verwacht werd voor het vierde kwartaal 2020 heeft minder diep gesneden: de economie daalde met slechts 0,7%. Over het ganse jaar viel de Europese BBP-groei terug met 6,8%. In de Zuiderse landen was de impact groter, aangezien zij afhankelijker zijn van het toerisme. Duitsland kende de kleinste terugval (5,3%).

Onze macro-economen gaan er van uit dat ook het eerste kwartaal van 2021 zwak zal blijven door de handhaving van relatief strakke lockdownmaatregelen. Toch hebben zij de groeiverwachting voor de economie van de eurozone in 2021 opgetrokken van 3,1% tot 3,8% (door het beter dan verwachte vierde kwartaal). Voor 2022 verwachten ze een groei van 4,1%. Deze opwaartse herziening impliceert dat de economie in de eurozone in het midden van 2022 opnieuw het BBP-peil van vóór de pandemie zal bereiken.

Europese industrie kwakkelt wat

De index van het vertrouwen bij de aankoopdirecteuren (PMI) in de eurozone viel terug van 49,1 in december tot 47,5 in januari. Vooral de activiteit in de dienstensectoren is zwak, terwijl de activiteit in de verwerkende nijverheid verder toeneemt.

De komende maanden zijn cruciaal want de binnenlandse lockdowns kunnen hun tol eisen. Toch kan er een duurzaam herstel op gang komen dankzij de vaccinaties en de geleidelijke versoepeling van de lockdownmaatregelen.

De financiële markten


1.  Beurzen 

Verenigde Staten

De oplopende rentevoeten door de vrees voor inflatie zorgde voor winstnames in de groei-aandelen en in de technologiesector. De technologiebeurs Nasdaq kende de grootste terugval. De andere Amerikaanse beurzen daalden in mindere mate. De voorkeur van de beleggers ging uit naar energie en financiële aandelen (die profiteren van een rentestijging door een oplopende rentemarge).

De Europese beurzen hebben de daling gevolgd. Aangezien we in Europa quasi geen technologieaandelen hebben, is de daling minder uitgesproken.

De opkomende markten ontsnappen evenmin aan de daling. Waar opkomend Azië dankzij China nog redelijk stand hield, was het vooral Latijns-Amerika waar klappen werden uitgedeeld. Dit leidde tot een sterke terugval.

2.  Obligatiemarkten

De obligatiemarkten kenden in februari een stevige terugval. De vrees voor een duurzame inflatie-opstoot, ten gevolge van de verwachte sterke economische groei post-covid, verklaren de fors stijgende obligatierentes.
Vooral in de VS is de rente-opstoot opgevallen. De 10- jaarse overheidsrente steeg daar de afgelopen maand met 35 basispunten tot ongeveer 1.5%. Ook de Europese overheidsrentes stegen, zij het minder uitgesproken. De Duitse 10 jaarsrente steeg 20 basispunten, de Italiaanse 8.

De verschillende centrale banken wereldwijd zijn nerveus: de fors stijgende rentes kunnen het prille economische herstel in gevaar brengen. Aan beide kanten van de Atlantische Oceaan werd geprobeerd om beleggers te overtuigen om niet bezorgd te zijn over een snelle stijging van de rentevoeten. De Australische centrale bank ging nog een stap verder en probeerde met gerichte obligatie-aankopen de stijgende trend te keren.
Het valt niet uit te sluiten dat ook andere centrale banken dit voorbeeld op termijn zullen volgen. Is het succesvol, dan liggen op termijn opnieuw vlakkere rentecurves in het verschiet.

De opflakkerende overheidsrentes hebben uiteraard ook hun impact op de bedrijfsobligaties. De veilige rentecomponent zorgt er voor dat, ondanks het aanhoudende goede risicosentiment in de markt , de rente op bedrijfsobligaties gemiddeld genomen niet verder daalden.

De markten van de opkomende landen kenden een erg zwakke maand. Vooral de markt 'emerging market', uitgedrukt in lokale munt, had het moeilijk. De Turkse Lira, Koreaanse Won maar ook enkele Oost-Europese munten, zoals de CZK verloren de afgelopen maand wat van hun pluimen.

Afwachten of deze trend zich ook volgende maanden zal doorzetten. Het lijkt er stilaan op dat de markten een adem pauze aan het inlassen zijn.

Asset allocatie

Uit het bovenstaande blijkt dat onze macro-economen voorzichtig optimistisch zijn voor de economieën in 2021. Uiteraard hangt alles af van de verdere evolutie van de pandemie en de wereldwijde uitrol van de vaccins. We merken in de portefeuilles dat de aandelen licht overwogen zijn. Dat is geen wijziging binnen de strategie, maar een gevolg van de stijging van de beurzen (door de recente terugval kan dit terugkeren op de norm (lichtblauw vakje)).

Binnen de sectoren geven we nog steeds de voorkeur aan cyclische consumentengoederen, informatietechnologie en de industriële aandelen. Dit kadert in de te verwachten normalisatie van de economie in 2021.

We blijven de ontwikkelingen opvolgen. Wenst u meer informatie over de KBC-Beleggingsstrategie? Uw private banker of wealth officer is uw aanspreekpunt.

 

Maak kennis met KBC Private Banking & Wealth
Inschrijven op onze nieuwsbrief

Dit nieuwsbericht mag niet worden beschouwd als een beleggingsaanbeveling of advies.