Handelsoorlog zet economische groei onder druk, maar het consumentenvertrouwen is beresterk

De Wereld in Beeld - update juni 2019

In ‘De Wereld in Beeld’ geven we u elke maand een overzicht van de financiële en economische actualiteit. Welke marco-economische tendensen spotten we? Hoe evolueerden de belangrijkste financiële markten? En wat doen op het vlak van asset allocatie, oftewel de verdeling van uw vermogen in uw beleggingsportefeuille? U krijgt hieronder het antwoord op deze vragen.

Macro-economisch

1. Verenigde staten

Eind mei, begin juni, zag het er nog somber uit voor het handelsconflict tussen de Verenigde Staten en China. Geen van beide partijen wou van wijken weten. Trump ging behoorlijk tekeer op Twitter en China dreigde er mee de export van zeldzame aardmetalen in de ban de slaan. Trump zette ook de handelsrelatie met Mexico op de helling door importtarieven aan te kondigen zolang Mexico niks doet om de illegale migratie vanuit Mexico naar de VS te stoppen. Wat later kwam Trump hierop terug.

De Amerikaanse economie blijft het zeer goed doen. In juni werd de groei over het eerste kwartaal licht neerwaarts bijgesteld van 3,2% naar 3,1%, terwijl de groei van de consumentenbestedingen werd verhoogd van 1,2% naar 1,3%. Waar enerzijds de economische groei onder druk staat, vooral door de handelsoorlog, is anderzijds het consumentenvertrouwen beresterk.

 

De voorzitter van de Amerikaanse centrale bank Powell verklaarde bereid te zijn de rente  - indien nodig - te verlagen. Bekijken we de Bloomberg-consensus dan wordt uitgegaan van een rentedaling met 0,25% op de vergadering in juli. 50% van de marktpartijen mikken zelfs op een rentedaling met 0,5%. De toegenomen “onzekerheden” voor de Amerikaanse economie zijn de belangrijkste reden achter deze draai in het beleid. Vooral de neerwaartse risico’s voor de economische groei nemen toe, mede door de moeilijke handelsbesprekingen met China. Het beleid van Powell roept vragen op want puur economisch is een renteverlaging niet nodig. Het lijkt er op dat de Fed gezwicht is voor de financiële markten na de sterke daling in het laatste kwartaal van vorig jaar. 

2. China

De handelsoorlog laat zich intussen voelen in de Chinese industrie. Hierdoor zien we dat het PMI voor de verwerkende nijverheid (PMI Manufactoring) daalde naar 50,2 (een cijfer beneden 50 wijst op een economische groeivertraging. Belangrijker voor China is dat het PMI voor de diensten (PMI Services) vrij goed stand houd op 52,7. China maakt immers de transformatie naar een consumptie-economie. De monetaire expansie en fiscale maatregelen werpen hier duidelijk vruchten af.

Waar sommige marktpartijen uitgaan van een harde landing voor de Chinese economie gaat KBC Asset Management uit van een ‘zachte landing’. Wij staan duidelijk niet alleen met die visie : slechts 15% van de ondervraagde economen wereldwijd verwachten een recessie in China.

Een belangrijk gegeven voor de Chinese economie is het feit dat er opnieuw meer wordt geïnvesteerd in infrastructuurwerken.

PMI: de Purchasing Managers Index is een indexcijfer dat het vertrouwen weergeeft dat inkoopmanagers op dat moment in de economie hebben.

3. Eurozone

In de eurozone was de opflakkering van de groei in het eerste kwartaal (tot 0,4% op kwartaalbasis) tijdelijk. Onze hoofdeconoom, Jan Van Hove, verwacht een zwakker groeicijfer voor het tweede kwartaal. Het derde en vierde kwartaal zien er opnieuw beter uit maar daarna zal die de groei weer aanknopen met de licht neerwaartse trend. De indicatoren voor de verwerkende nijverheid, zoals de industriële productie, wijzen op slechts een beperkt herstel uit de recente zwakte. De kansen op een sterke opvering van de economie in de eurozone lijken beperkt.

Ook de Duitse industrie is niet vrij van zorgen. Hoewel de Duitse uitvoer vooralsnog redelijk goed stand houdt, presteren de sectoren met een grote afhankelijkheid van de wereldhandel toch zwakker. Dat blijkt zich nu ook te vertalen in een versombering van het consumentenvertrouwen.

Om al deze redenen heeft onze hoofdeconoom de groeiverwachting voor de eurozone voor 2019 verlaagd van 1,2% naar 1,0%. In 2020 verwachten we een licht groeiherstel tot 1,3% (tegenover een prognose van 1,2% vorige maand). Een krachtiger herstel wordt in de huidige risicovolle externe omgeving niet verwacht.

De brexit blijft de eurozone beroeren. Premier May heeft, moegestreden, de handdoek in de ring gegooid. Hiermee heeft de brexit Party de wind in de zeilen van een meer radicale opvolger. Stevenen we nu af naar een harde brexit ? Die kans zit er in maar de nieuwe premier moet steun krijgen van de volledige conservatieve partij. Het Britse parlement is tegen een harde brexit dus dat wordt een zware dobber.

Beurzen

Begin juni bereikte de Amerikaanse S&P500 index het (voorlopige?) dieptepunt van 2019. Nadien werd een sterk herstel ingezet waarbij zelfs de top op 21 juni hoger lag dan de vorige top. Bekijken we de in- en uitstroom van aandelen dan werden in de eerste maanden van 2019 meer aandelen verkocht dan gekocht en toch stegen de beurzen. De inkoop van eigen aandelen zorgde voor de hausse: eind april hadden bedrijven uit de S&P500 al voor 300 miljard dollar inkopen van eigen aandelen aangekondigd. In de eerste zes maanden steeg de S&P500 met 17,6%. Omwille van de sterke economische groei zijn de cyclische aandelen het sterkste gestegen de afgelopen periode.

 

Ook in Europa werden de koersen ondersteund door de inkoop van eigen aandelen. Die inkopen staan op het hoogste niveau in tien jaar. Verwacht wordt dat, door de lage rente, die tendens zich zal verderzetten. Bedrijven vinden goedkoop geld en met dat geld worden aandelen ingekocht. De Eurostoxx600 steeg sedert 1 januari met 13,6% en ook hier zijn het de cyclische aandelen die aan zet waren.

 

De opkomende markten (emerging markets) zetten hun opmars verder. We vallen in herhaling: de (mogelijke) rentendaling in de VS en een verzwakking van de dollar op termijn is positief voor de schulden van de opkomende landen.

 

2.  Obligatiemarkten

Ook in juni zakten de Europese rentes verder. Na de uitspraken van voorzitter Draghi in het Portugese Sintra dat de ECB er alles zal aan doen om de Europese kerninflatie op te krikken richting haar 2% doelstelling, interpreteerden de rentemarkten dit als een signaal dat het monetaire beleid in de nabije toekomst opnieuw zal versoepeld worden. Meest realistische scenario is op dit ogenblik een stapsgewijze daling van de discontorente. Momenteel bevindt deze rente zich op – 40 basispunten. De markt verdisconteert nog twee extra dalingen van telkens tien basispunten.
De gevolgen van deze uitspraken bleven niet lang uit: de Duitse tienjaarsrente daalde de afgelopen maand met 13 basispunten en noteert op dit ogenblik op -33 basispunten. De rente van de perifere landen uit de eurozone daalden nog feller. De meest uitgesproken rentedalingen werden zichtbaar in Italië en Griekenland.
Ook de Europese kredietspreads daalden de afgelopen maand spectaculair. Aan de basis van deze daling lag de mogelijkheid die de ECB voorzag om in geval van een verdere verslechtering van de economie een nieuwe ronde van ‘quantitative easing’ op te starten. De rente op Europese high yield obligaties daalde met een vol procent, de kredietwaardige obligaties met 15 basispunten.

Ook in de V.S. daalden de rentes de afgelopen maand. De Federale Reserve overweegt eveneens om in de nabije toekomst de rente te verlagen. De markt verwacht tot eind 2020 vier verlagingen van telkens 25 basispunten. De tienjaarse overheidsrente flirt op dit moment met de 2%.

Asset Allocatie

Omwille van de sterke stijging van de financiële markten in het eerste kwartaal (zowel in Europa als in de VS, waarbij de Europese beurzen in tegenstelling tot vroeger, niet achter bleven) en de zwakke Europese groei, blijven we 2.5% in de portefeuilles onderwogen t.o.v. de norm.

De keuze in de aandelenselectie gaat uit naar:

1. Aandelen met hoge dividenden zowel in Europa als in de Verenigde Staten
2. Investeringen in waterbedrijven die kunnen die inzetten op een verhoogd en milieuvriendelijker wateraanbod en -infrastructuur.

 

Disclaimer
Dit nieuwsbericht mag niet worden beschouwd als een belegginsaanbeveling of advies.