Economische en financiële actualiteit - update februari 2019
Macro-economisch
1. Verenigde Staten
De shutdown zorgde voor een adempauze die afliep op 15 februari 2019. Tegen die datum moest er een oplossing gevonden worden voor het probleem rond de muur aan de Mexicaanse grens. Er kwam een akkoord over de begroting maar niet naar de zin van de Amerikaanse president en meteen kondigde hij de noodtoestand af, met als gevolg dat hij het begrotingsgeld kan aanwenden voor de bouw van een muur zonder het akkoord van het Congres en de Senaat.
Het resultatenseizoen over het vierde kwartaal 2018 loopt op zijn einde. De analisten van KBC Asset Management maken de balans op. In het volgende maandoverzicht komen we hier op terug. Na zeven weken (22-02-2019) rapporteerde 86% van de bedrijven van de S&P500 hun resultaten: 69% daarvan had een beter dan verwachte winstgroei en 50% had een betere dan verwachte omzet.
De BBP-groeicijfers van einde februari waren positief. De Amerikaanse economie groeide in het vierde kwartaal met 2,6% wat betekent dat over gans 2018 de Amerikaanse economie groeide met 2,9% (dichtbij het vooropgestelde doel van 3%). Verder wordt de Amerikaanse economie nog steeds ondersteund door een sterk consumentenvertrouwen.
De bocht die Fed-voorzitter Powell maakte in januari (pauze in de (automatische) renteverhogingen i.p.v. nog minstens twee renteverhogingen in 2019) vonden we terug in de notulen van de Fed. Dit gewijzigde beleid werd duidelijk gesmaakt door de beurzen.
2. China
De deadline voor een akkoord over de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China liep af op 1 maart. Er werd een grote vooruitgang geboekt in de onderhandelingen. En dus is de kans zeer reëel dat er in het voorjaar een akkoord komt en dat de Chinese en Amerikaanse president elkaar binnenkort ontmoeten. Sommigen spreken al van maart 2019. Alleen ‘technologie’ zorgt nog voor diep water tussen de twee continenten.
Het stimuleringsbeleid (zowel monetair als fiscaal) van de Chinese regering (gestart in juli 2018) begint stilaan zijn vruchten af te werpen. Dat merken we vooral in de dienstensector die op peil blijft. In de industrie is er werk aan de winkel want hier werden we geconfronteerd met een zwak cijfer (nog steeds <50 wat duidt op een mogelijke groeivertraging).
3. Eurozone
De economische situatie blijft fragiel in Europa. Verwacht wordt dat de Europese groei er voornamelijk in de tweede jaarhelft zal komen. De eerste jaarhelft zal dus eerder zwak zijn, zo bevestigen diverse macrocijfers voor de brede eurozone. Ook Duitsland publiceerde enkele zwakke cijfers. De Europese werkloosheid is gedaald naar 7,8% (een daling met 0,8% t.o.v. vorig jaar).
De inflatiecijfers vielen tegen en verwacht wordt dat de inflatie eveneens pas tegen het jaareinde zal stijgen.
Een renteverhoging door de ECB mogen we wellicht pas eind dit jaar, mogelijk begin volgend jaar verwachten. Het is echter wel mogelijk dat voorzitter Draghi in de komende weken een nieuw TLTRO-programma aankondigt (langlopende leningen aan banken om de kredietverlening te stimuleren).
Financiële markten
1. Beurzen
In de grafiek zie je een sterke beweging van de Amerikaanse indexen. De slechte
decembermaand 2018 is vergeten. Het feit dat de gesprekken in het kader van de handelsoorlog vlot verlopen, de toch beter dan verwachte bedrijfsresultaten samen met het gewijzigde beleid van de Fed, zorgden voor appetijt bij de beleggers.
Waar er in de tweede jaarhelft richting defensieve aandelen gegaan werd, zien we sedert begin dit jaar terug geld vloeien naar de meer cyclische aandelen. De industriële bedrijven (+18% sedert jaarbegin), de energiebedrijven (+14%) en de cyclische aandelen (+13%) behoorden tot de grootste stijgers. Helemaal achteraan staan de sectoren die het vorig jaar goed deden: nutsbedrijven (+7%) en gezondheidszorg (+6%).
De Europese beurzen volgen de Amerikaanse beurs en hebben eveneens de dip van december goedgemaakt. Er blijven nog risico’s: de brexit (waar de deadline nadert, 29-03) en de dreiging van president Trump om Europese auto’s te tariferen.
Ook in Europa zien we dat de beleggers opnieuw meer risico willen nemen. IT (+14%), grondstoffen (+13,6%) en cyclische bedrijven (+13,1%) stonden bovenaan, financiële aandelen (+7,5%) en Telecom (+1%) bengelden achteraan.
De opkomende markten (emerging markets) gaan eveneens verder op hun elan. Het effect van de rentepauze in de VS bleef nazinderen (daling van de schulden uitgedrukt in USD). Hierdoor wordt de druk op de opkomende landen verlaagd om intern maatregelen te treffen.
2. Obligatiemarkten
Februari was voor de obligatiemarkten een erg goede maand . Het algemene ‘risk-on’-sentiment zorgde er voor dat de rente op zowel Europese als Amerikaanse bedrijfs- en overheidsobligaties daalde.
In de sector van de bedrijfsobligaties daalde de kredietspreads van de ‘high yield’ en ‘investment grade’-obligaties met respectievelijk 40 en 10 basispunten. Verantwoordelijk voor dit verbeterde risicosentiment waren enerzijds de geruststellende monetaire beleidssignalen van de centrale bankiers en anderzijds het groeiende optimisme dat de bestaande politieke en economische risico’s een goede afloop zullen kennen.
Wat de centrale banken betreft hebben zowel de Fed als de ECB aangegeven dat men klaar staat om in geval van een duidelijke groeivertraging de economische activiteit met monetaire stimuli aan te zwengelen. In de VS wordt met het idee gespeeld om het aan de gang zijnde proces van kwantitatieve ‘tightening’ (balansinkrimping) te vertragen. In Europa wordt de piste van het verstrekken van nieuwe langetermijnleningen aan financiële instellingen opnieuw bekeken. Zolang de inflatoire druk beperkt blijft, hebben de centrale banken hun handen vrij om dit soepelere monetaire beleid door te voeren.
Wat de economische risico’s betreft heeft de markt de huidige groeivertraging stilaan verdisconteerd.
Ook de politieke risico’s namen deze maand wat af. De brexit zal meer dan waarschijnlijk uitgesteld worden en de kans op het vermijden van een Chinees-Amerikaanse handelsoorlog nam toe.
Al deze factoren zorgden voor een euforische sfeer op de rentenmarkten. De toegenomen vraag naar obligaties vertaalde zich in dalende rentevoeten in de meeste G20-landen. Enige uitzondering hierop was Italië waar de 10 jaar overheidsrente de afgelopen maand met 14 basispunten toenam. Hernieuwde spanningen binnen de regering lagen aan de basis van deze atypische beweging.
Omwille van de toegenomen risico’s in Europa en het feit dat de groei in Europa pas voor de tweede jaarhelft zal zijn, heeft KBC Asset Management er toe aangezet de aandelenoverweging weg te werken (-2.5%) en op de norm te gaan. We halen het thema Duitsland uit de strategie en wat familiebedrijven betreft gaan we even aan de zijlijn staan.
De keuze voor de aandelenselectie gaat uit naar :
1. aandelen met hoge dividenden zowel in Europa als in de Verenigde Staten;
2. investeringen in waterbedrijven die kunnen die inzetten op een verhoogd en milieuvriendelijker aanbod en infrastructuur.
Meer informatie over de beleggingsstrategie vindt u hier.
Disclaimer
Dit nieuwsbericht mag niet worden beschouwd als een beleggingsaanbeveling of een advies.