Eenmanszaak of vennootschap? De fiscale verschillen

Eenmanszaak of vennootschap? De fiscale verschillen

Vanaf 1 mei 2019 is het nieuwe vennootschapsrecht van kracht voor nieuwe vennootschappen. Heb je al een vennootschap? Dan val je tot 1 januari 2020 onder het oude vennootschapsrecht. Tenzij je vroeger kiest voor een ‘opt-in’.

We zijn volop bezig om de informatie op onze website aan te passen aan de nieuwe wetgeving. De informatie op deze pagina is dus mogelijk niet up-to-date.

> Ontdek meer over het nieuwe vennootschapsrecht

Kies je voor een eenmanszaak of een vennootschap? Uiteraard mag fiscaliteit niet je enige argument zijn, maar het kan je helpen om de knoop door te hakken. We lichten al een tipje van de sluier op: vaak betaal je minder belastingen als je een vennootschap hebt. Dat voordeel moet dan wel groot genoeg zijn om de extra kosten van een vennootschap te compenseren.

Welke belastingen betaal je …

belastingen eenmanszaak of vennootschap

...als eenmanszaak?

De winsten en baten van je eenmanszaak worden opgeteld bij je persoonlijke inkomsten. Hierop betaal je niet alleen personenbelasting, maar ook gemeentebelasting (opcentiemen) en sociale bijdragen. De personenbelasting stijgt naarmate je inkomsten stijgen en begint bij 25%. Verdien je meer dan 38.080 euro? Dan betaal je 50% personenbelasting. Da’s een hele boterham.

...als vennootschap?

Een vennootschap daarentegen, betaalt op haar winst één vennootschapsbelasting van 33,99% (inclusief de aanvullende crisisbelasting van 3%). Voldoe je aan een aantal voorwaarden, dan ligt die belasting zelfs lager. Dat komt door het zogenaamde verlaagde opklimmende tarief.  

Hoeveel bedraagt het verlaagde opklimmende tarief in de vennootschapsbelasting?

Belastbaar inkomen in euro

 Belasting

 minder dan 25.000

 24,98%

 van 25.000 tot 90.000

 31,93%

 van 90.000 tot 322.500

 35,54%

 > 322 500 

 33,99%

Wat zijn de voorwaarden voor dit verlaagde tarief?

Wil je in aanmerking komen voor de verlaagde tarieven, dan moet je vennootschap voldoen aan deze 6 voorwaarden:

  1. Aan ten minste één bedrijfsleider (een natuurlijke persoon) ken je een brutoloon toe van minimaal 36.000 euro over het boekjaar. Is de belastbare winst van de vennootschap lager dan 36.000 euro? Dan volstaat een loon dat minstens even hoog is als die winst.
  2. Minstens de helft plus één van de aandelen van de vennootschap is eigendom van natuurlijke personen.
  3. Dividenden die de vennootschap uitkeert over het volledige boekjaar, zijn niet hoger dan 13% van het gestorte kapitaal bij het begin van het boekjaar.
  4. De belastbare winst van de vennootschap bedraagt niet meer dan 322.500 euro.
  5. Je vennootschap is geen beleggingsvennootschap voor collectief beheer van beleggingsportefeuilles of een gereglementeerde vastgoedvennootschap.
  6. Bezit de vennootschap aandelen? Dan mag hun aanschaffingswaarde niet te hoog liggen. Vraag na bij je boekhouder of deze op de balans niet meer bedraagt dan 50% van de gerevaloriseerde waarde van het gestorte kapitaal. Of niet meer dan 50% van het gestorte kapitaal, verhoogd met de belaste reserves en de geboekte meerwaarden op het einde van het boekjaar. Met participaties vanaf 75% of meer moet je geen rekening houden.

Is een vennootschap dan fiscaal interessanter?

Hoe meer winst je maakt, hoe interessanter het wordt om voor een vennootschap te kiezen.

  • Een eenmanszaak houdt na (para)fiscaliteit meestal minder dan 40% nettowinst over, terwijl dat voor een vennootschap minstens 66% is. Kun je geld opzijzetten en wil je een reserve opbouwen voor later? Dan is een vennootschap dus interessanter.
  • De inkomsten van een vennootschap en van haar bedrijfsleider of vennoot kun je op zo’n manier organiseren dat je in totaal zo weinig mogelijk belastingen betaalt. 
Ligt je winst relatief laag? Bereken dan of het uiteindelijke belastingvoordeel hoger is dan de oprichtingskosten en hogere werkingskosten van een vennootschap.