In Vinkt (Deinze) starten Jana De Wulf en Dieter Delmotte samen aan een nieuw verhaal, al zijn het er eigenlijk twee. Het ene verhaal is enkele weken oud, past in een wieg en wordt de nieuwe generatie. Het andere verhaal is een paar generaties oud, past in een vergunning en is na een paar jaar klaar voor de huidige generatie. “Je moet je daarin laten begeleiden, maar je moet zelf je visie maken”, vinden Jana en Dieter.
Jana De Wulf en Dieter Delmotte hebben een gemengd varkens- en akkerbouwbedrijf.
Ze combineerden de overname van het ouderlijk bedrijf met de aankoop van een bijkomende locatie, waarbij KBC het meerjarentraject begeleidde.
- Ligging: Vinkt (Deinze)
- Sector: Varkens en akkerbouw.

Er is een dorp nodig om een kind op te voeden, aldus een oud Afrikaans spreekwoord, en hetzelfde kan ondertussen gezegd worden over een bedrijfsovername in de land- en tuinbouw. Beginnen doet het natuurlijk met twee mensen. Dieter Delmotte (29) en Jana De Wulf (28) groeiden beiden op een landbouwbedrijf. Bij Dieter ging het om een gemengd akkerbouw- en vleesvarkensbedrijf, met de klemtoon op aardappelen, ajuin, maïs en tarwe. Bij Jana om een gemengd akkerbouw- en gesloten varkensbedrijf met 350 zeugen, waarbij een deel van de vleesvarkens in loonkweek wordt gekweekt.
Weg vooruit?
Voor Dieter was er nooit een andere optie dan in de landbouw verder te gaan, en hij had ondertussen al het ouderlijk bedrijf overgenomen, ook al was de ligging van het bedrijf in een bebouwde kom niet ver van een natuurgebied niet evident. Jana’s focus als jongvolwassene lag bij de studies biowetenschappen, en later bij haar werk voor een veevoederfirma. Door corona draaide ze automatisch meer mee in de stallen op het ouderlijk bedrijf en begon het toch te kriebelen. Alleen zorgden de opeenvolgende gebeurtenissen van slechte prijzen, corona en vervolgens de stikstofcrisis niet onmiddellijk voor een gunstig ondernemersklimaat. Was er wel een weg vooruit?
Woelige periode
“Mijn ouders waren in het begin zeker bezorgd of een overname in de slechte conjunctuur na corona wel een goede idee was”, vertelt Jana. Dieter knikt. “Wij waren bereid om de overname in een economisch dal te starten, zodat we direct mee zouden zijn wanneer de prijzen zouden opveren, alleen bleef die slechte periode maar duren. En toen kwam stikstof.” Jana en Dieter droomden van een nieuwe stal tegenover het ouderlijk bedrijf van Jana, maar dat bleek door het stikstofkader al snel niet haalbaar. Ondertussen leerde Dieter de knepen van het vak bij de zeugen door mee te draaien met Jana’s ouders. In 2022 verwierven Jana en Dieter het grootouderlijk huis bij het zeugenbedrijf.
Zoeken naar een model
De stikstofcrisis bleek een andere moeilijke horde. “Tijdens de politieke onderhandelingen hebben we vaak in een excelbestand onze rekenoefening opnieuw gemaakt, zoekend naar een leefbaar bedrijfsmodel”, herinnert Dieter zich. Uiteindelijk bleek de aankoop van een bijkomende locatie met een gunstige ligging ten opzichte van natuur tien kilometer verderop het ontbrekende puzzelstuk. Het zorgt ervoor dat er vleesvarkens van het ouderlijk bedrijf verplaatst zullen kunnen worden, waardoor er extra emissieruimte ontstaat. Ook op het vlak van bioveiligheid zal de strikte scheiding tussen zeugen/biggen en vleesvarkens een stap vooruit betekenen.
“Als bank moet je begrijpen hoe land- en tuinbouwers denken”, aldus Patsy Notte en Dries Goethals.
De sector snappen
“Met de aankoop van het grootouderlijk huis, de bedrijfsovername en de aankoop van de bijkomende locatie in slechts enkele jaren tijd namen we veel hooi op onze vork. Dat de bank hierin wou meegaan, bevestigde ons geloof dat we een goed plan hadden”, vertelt Jana. Bij KBC was Patsy Notte, relatiebeheerder Agro ons eerste aanspreekpunt. “Wat wij vooral doen is goed luisteren naar de klant, structuur in de behoeftes brengen, advies geven en hen bijstaan.” Voor begeleiding op de cruciale sleutelmomenten op een landbouwbedrijf, wordt bij KBC een adviseur Agro ingeschakeld. Dries Goethals is één van hen. “Bij KBC beschikken we over een competentiecenter, waarin experten werken met financieel-economische en fiscaal-juridische kennis. Je moet als bank snappen hoe land- en tuinbouwers denken. Hoe ga bijvoorbeeld je om met het overlaten van grond naar de boerende en niet-boerende kinderen? Alleen als je de sector snapt, kan je begrijpen waarom boeren denken zoals ze denken.” Bij een overname zijn niet alleen de overlaters en overnemers belangrijk, maar ook de niet-boerende zussen of broers en eventuele grootouders. Het is een complexe puzzel, waarbij de bank kan begeleiden.
Kansen zien
Bij Jana en Dieter was de overname van een bijkomende locatie met een gunstige ligging ten opzichte van natuur een perspectiefopener. Dat wil echter niet zeggen dat dit dé oplossing is voor iedere varkenshouder. “Het is de keuze van de ondernemer om een bijkomende locatie te kopen. We kunnen mensen adviseren en bijstaan in wat ze kiezen, maar we zijn bankier en geen boer. De onzekerheid in de sector is voor ons ook een moeilijkheid. We moeten voortgaan op de regels hoe ze nu zijn, ook al zijn deze in de toekomst hoogstwaarschijnlijk nog aan verandering onderhevig. We houden rekening met verschillende mogelijke toekomstscenario’s. Maar we merken bij de jongere generatie land- en tuinbouwers dat ze ondernemerschap tonen, kansen zien en oplossingen vinden”, vertelt Dries.
Een mooie toekomst
En het zoeken naar die oplossingen, mag ook wat tijd vragen. Tussen het eerste gesprek van Jana en Dieter met de bank en de eigenlijke overname van de ouderlijke site zat uiteindelijk vier jaar. “De weg der geleidelijkheid is achteraf bekeken de juiste geweest”, oordeelt Dieter. “Ik spring van nature rapper dan Jana, die vaak wat meer afwachtend is. Maar zonder Jana zou ik ook al een paar keer missprongen zijn.” Of er nog een toekomst is voor de intensieve veeteelt in Vlaanderen? Dieter en Jana geloven er alvast in. Hun pad is gekozen. Ook Dries Goethals ziet ruimer wel een toekomst. “Vanuit het niets landbouwer worden is niet evident, met een beperkte toegang. De prijs van voedsel is stijgend. Landbouw is inmiddels door verschillende regeringen erkend als een strategische sector. De sector ging en gaat nu door een aantal moeilijke jaren, maar we geloven dat er voor de overblijvers een mooie toekomst mogelijk is.”
bron: Boerenbond