De jaarlijkse taks op de effectenrekeningen (JTER)

c warning
Er liep iets mis. De pagina is tijdelijk onbeschikbaar.

De jaarlijkse taks op de effectenrekeningen (JTER)

In het Belgisch Staatsblad van 25 februari 2021 werd de 'Wet houdende invoering van een jaarlijkse taks op de effectenrekeningen (JTER)' gepubliceerd. Hieronder vindt je een overzicht van de hoofdlijnen van deze taks.

De taks is van toepassing op natuurlijke personen, maar ook op rechtspersonen (zoals vennootschappen, vzw’s en stichtingen), oprichters van juridische constructies, maatschappen en onverdeeldheden en dat voor zowel Belgische als buitenlandse inwoners.

  • Belgische inwoners zijn onderworpen aan de taks, zowel voor effectenrekeningen bij Belgische tussenpersonen (zoals banken) als voor effectenrekeningen bij buitenlandse tussenpersonen
  • Buitenlandse inwoners zijn enkel onderworpen aan de taks voor effectenrekeningen bij Belgische tussenpersonen

Er is een uitzondering voor buitenlandse inwoners die zich kunnen beroepen op een dubbelbelastingverdrag waarbij de heffingsbevoegdheid op vermogen wordt toegekend aan het land waar ze wonen.

Bepaalde ondernemingen worden uitgesloten voor effectenrekeningen die zij uitsluitend voor eigen rekening aanhouden. Het gaat hier om ‘financiële entiteiten’ zoals banken, beursvennootschappen, asset managers, fondsen en verzekeraars.

De taks is van toepassing op alle financiële instrumenten op een effectenrekening en dus ook op turbo’s en trackers.

De taks is niet van toepassing op beleggingsverzekeringen. Het is wel de bedoeling om effectenrekeningen te belasten, die worden aangehouden door verzekeringsmaatschappijen voor tak23-verzekeringen. Volgens de wetgever worden dergelijke effectenrekeningen namelijk niet aangehouden ‘voor eigen rekening’.

Enkel effectenrekeningen met een gemiddelde waarde van meer dan 1 miljoen euro vallen onder de taks. Het aantal titularissen van de effectenrekening heeft geen invloed. De gemiddelde waarde wordt dus niet gedeeld door het aantal titularissen. Een effectenrekening met een waarde van bijvoorbeeld 1,2 miljoen euro en 3 rekeninghouders is dus onderworpen aan de taks.

Om de gemiddelde waarde te berekenen, worden er driemaandelijkse ‘foto’s’ genomen. Dat gebeurt op 31 december, 31 maart, 30 juni en 30 september.

Als de gemiddelde waarde hoger is dan 1 miljoen euro, wordt een tarief van 0,15% toegepast. Voor effectenrekeningen met een maximale waarde van 1.015.228,43 euro wordt een uitzondering gemaakt. In dat geval wordt de taks immers tot 10% van het verschil tussen de belastbare grondslag en 1 miljoen euro.

De referentieperiode loopt in principe vanaf 1 oktober van een bepaald jaar tot en met 30 september van het daaropvolgende jaar. In enkele gevallen zal de referentieperiode vervroegd afsluiten. Dat kan bijvoorbeeld wanneer een effectenrekening wordt afgesloten. Een ander voorbeeld is wanneer de enige titularis van de effectenrekening verhuist naar een land waarmee België een dubbelbelastingverdrag heeft afgesloten en de heffingsbevoegdheid op het vermogen werd toegewezen aan het land waar de titularis woont.

Voorbeeld 1
Els is titularis van een effectenrekening.. Op de referentietijdstippen worden volgende waarden berekend:

  • 31 december 2025: 2,2 miljoen euro
  • 31 maart 2026: 2,3 miljoen euro
  • 30 juni 2026: 1,7 miljoen euro
  • 30 september 2026: 1,9 miljoen euro

De gemiddelde waarde bedraagt: (2,2 + 2,3 + 1,7 + 1,9) / 4 = 2,025 miljoen euro.

Als die waarde hoger is dan 1 miljoen euro, wordt op de gemiddelde waarde van de effectenrekening een tarief van 0,15% toegepast. In ons voorbeeld is dus een taks van 3.037,50 euro verschuldigd.

Stel dat in ons voorbeeld Els haar effectenrekening zou hebben afgesloten op 5 juli 2026 dan zijn er maar 3 referentietijdstippen:

  • 31 december 2025: 2,2 miljoen euro
  • 31 maart 2026: 2,3 miljoen euro,
  • 30 juni 2026: 1,7 miljoen euro.

De gemiddelde waarde bedraagt dan (2,2 + 2,3 + 1,7) / 3 = 2.066.667 euro. De verschuldigde taks bedraagt in dat geval 3.100 euro. Die taks is in ons voorbeeld verschuldigd op 6 juli 2026 (de dag na de afsluiting van de effectenrekening).

Voorbeeld 2
Een effectenrekening met een waarde van 1.001.000 euro wordt onderworpen aan een taks van 100,00 euro in plaats van 1.501,50 euro.

Voor effectenrekeningen bij Belgische tussenpersonen (bijvoorbeeld banken) zullen de tussenpersonen instaan voor de berekening en inhouding van de taks.

Als de taks niet wordt ingehouden, moet de titularis zelf een aangifte doen en de taks betalen aan de fiscale administratie.

Algemene antimisbruikbepaling (update juli 2025)

In het Belgisch Staatsblad van 4 november 2020 verscheen al een bericht over de invoering van de taks op effectenrekeningen. Dat bericht vermeldt de algemene antimisbruikbepaling die wordt ingevoerd.

Deze bepaling stelt dat bepaalde handelingen die de belastingplichtige zou uitvoeren met het doel om te ontsnappen aan de taks, weerlegbaar vermoed worden niet-tegenstelbaar te zijn aan de fiscale administratie. Dat wil zeggen dat de belastingplichtige het  tegenbewijs  zal moeten leveren.

Het bericht geeft enkele voorbeelden:

  • Het splitsen van effectenrekeningen
  • Het overschrijven van effecten van de ene naar de andere effectenrekening
  • Het op naam stellen van bepaalde effecten

Ondertussen werden in de memorie van toelichting bij de wet nog bijkomende voorbeelden gegeven van handelingen waarvan de wetgever vermoedt dat ze enkel en alleen zijn bedoeld om de taks te ontwijken. Als de fiscale administratie deze antimisbruikbepaling inroept, dan kan de belastingplichtige dit vermoeden proberen te weerleggen.

De minister heeft bevestigd dat het niet aan de financiële tussenpersoon (zoals een bank) is om te oordelen over de bedoelingen van hun klanten. De tussenpersoon moet zijn klant wel op de hoogte brengen van deze antimisbruikbepaling en het feit dat bepaalde verrichtingen niet-tegenstelbaar zijn aan de fiscale administratie.

De algemene antimisbruikbepaling treedt retroactief in werking op 30 oktober 2020.

Specifieke antimisbruikbepalingen (nieuw juli 2025)

Naast een algemene antimisbruikbepaling zijn recent 2 specifieke situaties (specifieke antimisbruikbepalingen) ingevoerd in de JTER-wetgeving. Ook die situaties worden vermoed niet-tegenstelbaar te zijn aan de fiscale administratie.

De nieuwe Arizona-regering is van mening dat de fiscale administratie te weinig controle kon uitoefenen op handelingen die worden uitgevoerd door de titularis van een effectenrekening met als doel de belasting te ontwijken. Daarom voorziet de Programmawet van juli 2025 2 nieuwe specifieke antimisbruikbepalingen.

Het gaat hier om handelingen die geacht worden niet-tegenstelbaar te zijn aan de fiscale administratie omdat ze vermoed worden louter uitgevoerd te zijn om de JTER te ontwijken. De belastingplichtige heeft wel de mogelijkheid om aan te tonen dat er andere, geldige motieven zijn om deze handelingen uit te voeren waardoor er geen misbruik voorligt.

Het gaat over:

  • Opnaamstellingen van effecten op een effectenrekening die meer bedraagt dan 1 miljoen euro
  • De transfer van een deel van de effecten van een effectenrekening die meer dan 1 miljoen euro bedraagt naar een of meer andere effectenrekeningen van dezelfde titularis of medetitularis.

Om de controle van deze maatregel mogelijk te maken, moet de bank waar de effectenrekening wordt aangehouden deze verrichtingen melden aan de fiscus. De fiscus kan dan vragen stellen aan de titularis van de rekening om na te gaan welke motieven aan de grondslag van deze handeling liggen.

Als de titularis van de effectenrekening aantoont dat deze overschrijving is ingegeven door geldige motieven, dan is er geen verder gevolg voor de berekening van de JTER. Slaagt de titularis niet in dit tegenbewijs, dan moet de waarde van de op naam gestelde of overgeschreven effecten in aanmerking worden genomen voor het bepalen van de drempel van 1 miljoen euro en voor het bepalen van de verschuldigde belasting. In dat geval is het aan de titularis van de effectenrekening om een bijkomende aangifte JTER in te dienen en de verschuldigde JTER te betalen.

Voor rekeningen aangehouden in het buitenland, moet de titularis zelf de fiscus op de hoogte brengen.

Voorbeeld

Jan heeft een effectenrekening A met verschillende effecten. De waarde op 2 mei 2026 is 1,6 miljoen euro. Op 3 mei 2026 besluit hij 800.000 euro aan effecten over te schrijven naar een nieuwe effectenrekening B op zijn naam. Die opende hij bij zijn bankier.

Voor de berekening van de JTER kijkt men op 30 september naar de gemiddelde waarde van de effectenrekening. In dit voorbeeld is de gemiddelde waarde van effectenrekening A 950.000 euro. Aangezien de drempel van 1 miljoen euro niet bereikt is, zal zijn bankier geen JTER inhouden op effectenrekening A. De gemiddelde waarde van effectenrekening B is op 30 september 2026 800.000 euro. Ook hier zal de bankier geen JTER inhouden.

Door de nieuwe antimisbruikbepaling zal zijn bankier wel de fiscus op de hoogte brengen van de transfer van 800.000 euro. De fiscus kan Jan hierover bevragen.
Als Jan niet kan aantonen dat deze transfer werd ingegeven door andere motieven dan het vermijden van de JTER, dan zal hij een bijkomende aangifte moeten indienen en de JTER verschuldigd zijn alsof deze transfer niet had plaatsgevonden. Stel dat de gemiddelde waarde van effectenrekening A op 30 september 2026 1,75 miljoen euro bedraagt als de transfer niet had plaatsgevonden, dan moet Jan 2.625 euro taks betalen.

Enkele voorbeelden van geldige motieven

  • Een schenking aan de kinderen waarbij een deel van de effecten wordt overgeschreven naar een andere rekening waar naast de schenker ook de kinderen titularis zijn., Dat kan bijvoorbeeld bij de creatie van een maatschap waardoor de schenker de controle over de geschonken effecten kan behouden.
  • De transfer van effecten van een effectenrekening in het kader van een echtscheiding.

Voorbeeld van een niet-geldig motief
Volgens de memorie van toelichting van de wet zou een overschrijving van effecten naar een andere effectenrekening in het kader van het splitsen van beleggingen op korte termijn en de beleggingen op lange termijn geen valabel motief zijn.

Deze pagina bevat geen juridisch of fiscaal advies: ze is vrijblijvend en informatief. De voorbeelden zijn onder voorbehoud.